Werkloos en dakloos, maar te trots om terug naar Polen te gaan: 'Mijn vader ziet me aankomen'
Iedere maandagochtend komen de Poolse daklozen bij elkaar rond het station van Tilburg, meestal de stationshal. Zeven zijn het er dit keer. Mannen van tussen de 25 en 45 jaar oud. Ze krijgen hulp van Anna en Leszek van de Stichting Barka. Anna is maatschappelijk werker, Leszek is ervaringsdeskundige.
"Ik ben hetzelfde als zij."
Papieren komen tevoorschijn. Meestal iets met ziektewet, uitkering of identiteitsbewijzen die ze kwijt zijn.
Vooral bij Leszek vinden ze steun. Zijn ogen verraden dat hij dingen heeft gezien die hij wil maar niet kan vergeten. Zijn huid is getekend door een hard bestaan. Hij verstaat de jongens, letterlijk en figuurlijk: "Ik ben hetzelfde als zij. Mij is het gelukt eruit te komen. Ik was ook alcohol- en drugsverslaafd. Het is voor hen makkelijk om mij te accepteren. Ik was ook zo en ben niet iemand die achter de computer werkt. "
Wat doet het met hem, deze jongens zo te zien? "Dat is natuurlijk confronterend. Vijftien jaar was ik zelf dakloos. Het herinnert me aan een tijd waar ik niet naar terug wil. Maar ik ben blij en trots dat ik weer terug ben bij mijn vrouw en familie."
Iemand die daar alleen nog van kan dromen, is Andreas (36). Hij is via Duitsland naar Nederland gekomen. Hij werkte in het magazijn als orderpicker, verloor zijn baan en daarmee raakte hij ook zijn kamer kwijt. Sindsdien leeft hij op straat. Terug naar huis durft hij niet: "Mijn vader ziet me aankomen met m'n stinkende kleren."
Anna Bartmann regelt veel praktische zaken voor de mannen. Ze is maatschappelijk werker voor de Stichting Barka. Op haar tiende is ze vanuit Polen naar Nederland gekomen omdat haar moeder verliefd werd op een Nederlandse man.
"Je gaat naar het westen om geld te verdienen."
Het doel is terugkeer naar Polen, zegt ze: “De meesten gaan terug. De jongens die dat niet doen, waren eerder al verslaafd aan drank of drugs of ze raken hier verslaafd. En zij blijven hangen. Vaak is er schaamte. Want je gaat naar het westen om geld te verdienen. Om dan arm en verslaafd terug te moeten, is een grote barrière.”
Vanuit Tilburg keren iedere maand zo'n twee of drie Polen per maand terug. Barka is ook actief in Eindhoven. Daar heeft de stichting vorig jaar zo'n 150 man gesproken. Van hen zijn er 43 teruggekeerd.
Zij komen in Polen terecht in grote boerderijen die zijn ingericht als woongemeenschap waar ze ook kunnen werken. In zo'n woonboerderij werkt Leszekde helft van het jaar als vrijwilliger. De andere helft is hij in Nederland als straatwerker. Anna: “Daar zijn natuurlijk wel regels: niet drinken, geen discriminatie, geen agressie. Mensen die verslaafd zijn, kunnen eerst naar een kliniek om aan hun verslaving te werken.”
Anna sprak vandaag met Andreas. Het ziet er nu naar uit dat hij hier vertrekt. Andreas' moeder is in Duitsland en ze maakt zich grote zorgen. Barka gaat kijken of het lukt om hem bij haar te brengen.