"Ik heb m'n skipak maar aangetrokken," lacht een deelnemer aan de 26ste editie van de Bossche 100. Zijn loopmaatje vult aan: "Thermo-ondergoed. En vier laagjes kleding." Ter illustratie begint hij de vele laagjes bovenkleding af te pellen. "Homaar, hou de rest maar aan. Ik geloof je wel," zegt onze verslaggever.  "Hoezo, er is toch geen camera bij?!"
'Allemaal een tic'"Er doen meer dan 100 mensen mee, en de meeste kennen elkaar al jaren. Het is echt een soort reünie. Dat is ook de kick, samen deze prestatie leveren." Dat is het antwoord op de vraag waarom je in vredesnaam tijdens een strenge vorstperiode honderd kilometer in de nachtelijke uurtjes gaat lopen. "We hebben allemaal wel een beetje een tic", zegt een dame in het wandelaarsgezelschap.
Een andere loper vat kernachtig samen: "Schaatser noemen de Elfstedentocht: de Tocht der Tochten. De Bossche 100 is voor ons De Tocht der Tochten."
100 kilometer te gortigNiet alleen de wandelaars trotseren vrijdagnacht de kou. Ook de vrijwilligers die de rust- en EHBO-posten bemannen. Ook zij ontkomen niet aan thermo-ondergoed. "En ze hebben een straalkacheltje bij", vertelt een dame van de organisatie. Eén van hen zegt: "Ik loop zelf ook. Maar 100 kilometer is mij te gortig. Maar ik vind het wel leuk om een bijdrage te leveren voor de lopers."
Vanaf een uur of half vier zullen de wandelaars zaterdag weer binnenkomen bij de start-finish in Den Bosch. Dan hebben ze een tocht in de benen langs onder meer Rosmalen, Hedel, Aalburg, Loon op Zand en Maaskantje. Voor de liefhebber is nog een extra lus van 10 kilometer mogelijk.
GoedgemutstLetterlijk zullen de dikgeklede wandelaars na zo'n 18 uur wandelen nog steeds goedgemutst zijn. Figuurlijk ook? "Ik zal het proberen," belooft de tic-dame. En weg zijn ze, de nacht in.