De officier eiste daarom verbeurdverklaring van alle in beslag genomen bedrijfsgoederen. Daarbovenop eiste hij 5000 euro boete en drie maanden voorwaardelijke celstraf.
Huismijt op de kazenSinds 1998 werd het familiebedrijf meerdere malen veroordeeld wegens het verkopen van bedorven kaas en het knoeien met houdbaarheidsdata. In 2008 was de maat vol en oordeelde de rechter dat ze hun bedrijfsactiviteiten gedurende een half jaar moesten staken. Tijdens inspecties in januari en in februari bleek echter dat de familieleden de kaashandel gewoon voortzetten op markten in Zwijndrecht, Gorinchem en Papendrecht.
Ook zouden de koelruimtes waarin de producten werden bewaard niet aanstaan, zou er huismijt op de kaas zitten en 'een bruine substantie, een afscheidingsproduct van die huismijt'. Alle bedrijfsgoederen werden hierna in beslag genomen.
Hardwerkende jongensTijdens de zitting was alleen de oudste van de twee zoons aanwezig. Volgens advocaat Comans was het bedrijf dat moest worden stopgezet het bedrijf van de vader en hadden de zoons hier geen bemoeienis mee. Zij zouden dan ook niet op de hoogte zijn van wat zich allemaal in het bedrijf van hun vader afspeelde en hier niet aansprakelijk voor kunnen worden gesteld. Comans: "Mijn cliënten zijn hardwerkende jongens, bij wie de kaashandel met de paplepel is ingegeven. Het kan toch niet zo zijn dat de zoons worden aangesproken op het gedrag van hun vader?" Hij vroeg dan ook om vrijspraak.
Volgens de officier was het echter onmogelijk dat de zoons niet wisten van de activiteiten van hun vader: "De familie Den Dekker is een zeer hechte familie en dan zou aan de eettafel niet besproken zijn dat de handel moest worden stilgelegd?" Omdat de verbeurdverklaring echter al een zware straf is en hij vond dat de zoons daarmee al hard waren gestraft, eiste hij een relatief lage boete en voorwaardelijke celstraf.
De rechtbank doet op 7 juni uitspraak.