Nine Kooiman (SP) en Madeleine van Toorenburg (CDA) uit Rosmalen hadden vragen gesteld naar aanleiding van berichtgeving van Omroep Brabant. Saga bleek namelijk een maand voor ze werd doodgestoken al aangifte te hebben gedaan van ernstige bedreigingen.
Een politiewoordvoerder liet weten dat de aangifte van Saga naar de recherche was doorgestuurd. Daar lag het nog op een stapel tussen andere zware zaken, zoals overvallen met fors geweld en zware mishandelingen.
KamervragenVan Toorenburg en Kooiman wilden weten wat de procedure is voor dit soort zaken en hoe het kan dat er niet meteen actie is ondernomen. Opstelten heeft de zaak laten onderzoeken. In zijn antwoord beschrijft de minister de gang van zaken. "De aangifte van de betrokkene is op 15 augustus 2013 opgenomen en op 16 augustus 2013 doorgezet naar het betreffende basisteam", schrijft Opstelten.
"Het basisteam heeft de aangifte op 15 augustus 2013 overgedragen aan de districtelijke opsporing en deze werd daarop 26 augustus 2013 inhoudelijk beoordeeld. Besloten werd dat de aangifte, in verband met daderindicatie, opgepakt diende te worden." Maar waarom er na dat moment niets concreets gebeurd is, blijft onduidelijk.
Voldoende capaciteitVolgens minister Opstelten heeft de politie in ieder geval voldoende capaciteit om ernstige zaken op te pakken. "De politie in Den Bosch is in staat om dit soort aangiftes met de nodige prioriteit in behandeling te nemen. Aangezien de vraag naar politiecapaciteit groot is, moeten altijd keuzes worden gemaakt."
Opstelten schreef ook dat het hem een goed idee lijkt om de wijkagent in te laten grijpen in dit soort zaken. "Ik omarm het besluit van de burgemeester van 's-Hertogenbosch, de heer Rombouts, om in dit soort zaken de wijkagent te laten interveniëren richting bedreiger." De wijkagent kan de bedreiger bijvoorbeeld laten weten dat hij bekend is bij de poltie.