Volgens Traksel heeft zijn bond vorig jaar al bij de wielrenunie KNWU aangekaart een protocol op te stellen. "Zeg maar een checklist voor organisatoren om wedstrijden veiliger te maken: geen bochten van negentig graden in de laatste honderden meters, geen wegversmallingen in de finale, simpel te organiseren zaken. Maar er is nog niks gebeurd."
VlaanderenInternationaal en het draait toch met name om de grotere wedstrijden voor beroepsrenners kan de bond ideeën aandragen bij de CPA, de overkoepelende belangenbehartiger van de renners. Maar simpel ligt het niet, volgens Traksel. "Het wielrennen, zeker in Vlaanderen, dreigt ten onder te gaan aan zijn populariteit. De massale opkomst leidt tot problemen."
"Daarbij komt dat de toenemende mobiliteit van de afgelopen tientallen jaren heeft geleid tot tal van snelheidsbeperkende maatregelen die het wielrennen in de weg zitten. Een derde probleem is de grootte van het peloton, waaraan iets te doen is, maar zeker ook de nivellering. Er zijn steeds meer renners van hoog niveau die allemaal voorin willen zitten.''
WerkgelegenheidKleinere pelotons hebben niet zijn voorkeur als vakbondsman. Ze bedreigen de werkgelegenheid immers. Traksel denkt dat de toekomst toch kan liggen in de afgesloten parcoursen, zoals het WK altijd al wordt afgewerkt.
De Ronde van Vlaanderen koos twee jaar geleden al voor een aantal doorkomsten in plaats van fietsen van A naar B. "Iedereen riep dat de historiek eruit was, maar we hebben toch een aardige koers gezien."
'Er moet iets gebeuren'De grote van de koers is bepalend voor het kunnen nemen van maatregelen. "Op een kleiner traject waar meerdere keren over dezelfde wegen wordt gefietst is het misschien ook makkelijker drempels tijdelijk weg te halen en meer dranghekken te plaatsen. Maar het moet niet bij praten blijven, er moet iets gebeuren."