Transportbedrijf Van den Bosch moet Hongaarse chauffeurs achterstallig loon betalen

8 januari 2015 om 12:34
nl
Tien Hongaarse vrachtwagenchauffeurs hebben recht op achterstallig loon van transportbedrijf Van den Bosch in Erp. De rechtbank Oost-Brabant besliste donderdag dat zij betaald hadden moeten worden naar Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden. Het bedrijf kondigt aan in hoger beroep te gaan.
Geschreven door

De Hongaarse chauffeurs reden jarenlang ritten in opdracht van het transportbedrijf uit Erp en werden betaald naar Hongaars loon.
CAOVolgens het bedrijf stonden de chauffeurs onder contract bij een Hongaars zusterbedrijf en kregen zij daarom terecht dit loon. De chauffeurs stelden dat zij door het Nederlandse bedrijf waren ingehuurd en dus naar de Nederlandse cao betaald moesten worden. Toen de chauffeurs hier om vroegen, werden zij door het Hongaarse bedrijf ontslagen.
Naast het aanvechten van hun ontslag, claimden de chauffeurs achterstallig loon en een schadevergoeding via de rechtbank Oost-Brabant. Hiervoor kregen ze bijval van vakbond FNV, die in een afzonderlijke procedure heeft gevorderd dat buitenlandse chauffeurs die op ritten in, vanuit en naar Nederland werken, naar Nederlands loon betaald moeten krijgen.
Achterstallig loonDe rechtbank oordeelt in de zaak van de Hongaarse chauffeurs kort gezegd dat de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden zowel gelden in gevallen dat Nederland het land is van waaruit tijdelijk gewerkt wordt als dat Nederland het land is van waaruit gewoonlijk gewerkt wordt. Dit is bij de tien Hongaarse chauffeurs het geval.
Het transportbedrijf had de Hongaren dus Nederlands loon moeten betalen, waardoor ze nu aanspraak maken op achterstallig loon. Om wat voor bedrag het gaat, is nog onduidelijk omdat de loonvordering van de chauffeurs niet volledig is.
Daarnaast heeft FNV nog een zaak aangespannen tegen het Nederlandse transportbedrijf en tegen haar Duitse en Hongaarse zustermaatschappij, die deel uitmaken van hetzelfde concern. De vakbond vroeg kort gezegd naleving van de cao goederenvervoer, waarin bepaald is dat de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden van toepassing zijn op de ingeschakelde buitenlandse chauffeurs.
Ook in deze zaak heeft de rechtbank beslist dat de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden van toepassing zijn. Of naleving van de cao gevorderd kan worden, is nog niet duidelijk omdat de looptijd van de cao inmiddels verstreken is.
Hoger beroepHet bedrijf gaat in hoger beroep tegen het tussenvonnis. Operationeel directeur Marcel Wouterse stelt dat er is sprake van een verschil van mening over 'de toepasbaarheid van de Europese detacheringsrichtlijn'.
"Waarom zou een buitenlandse chauffeur in dienst van een buitenlands bedrijf dat internationale transporten verricht onder de Nederlandse cao moeten vallen?", vraagt Wouterse zich in een geschreven verklaring af.
'Prachtige uitspraak'Vakbond FNV die de zaak aanzwengelde spreekt donderdag desalniettemin van een prachtige uitspraak. De Hongaarse chauffeurs werden volgens de vakbond uitgebuit en hebben volgens een schatting in totaal nog 1 miljoen euro tegoed.
De uitkomst van de rechtszaak heeft volgens de bond gevolgen voor de hele transportbranche in Europa. Met de uitspraak wil de vakbond meer transportbedrijven met buitenlandse onderaannemers gaan dwingen om de cao na te leven, kondigde campagneleider Edwin Atema. "Ze kunnen hun borst nat maken.''

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.