'Wat ben ik toch aan het doen, wat een gekke sport', dacht Koen de Kort in de Tour

27 juli 2017 om 12:21
nl
Drie weken lang reed hij in de Tour, maar na een nachtje thuis slapen mocht Koen de Kort weer vol aan de bak in Boxmeer en Chaam. Dat is goed, zegt hij. De benen blijven in beweging én het zijn leuke wedstrijden om te rijden, vertelt hij in Wakker!.
Profielfoto van Pepijn Nagtzaam
Geschreven door
Pepijn Nagtzaam

“In Frankrijk hoor ik ook wel mijn naam, want er zijn veel Nederlanders. Maar in Boxmeer en Chaam zijn er veel mensen uit de buurt. Er staan altijd veel bekenden en dat is altijd leuk.”

De Tour zit nog wel in z’n benen. “Dat voel je wel nog even. Pas over een week of twee, drie is dat volledig hersteld. Dit soort rondjes doet meer pijn dan normaal. Maar het helpt wel voor het herstel.”

'M'n benen leken meer op die van Poljanski'
Het was bij De Kort niet zo erg als bij Poljanski, de renner die zijn heftig vermoeide benen op Instagram zette. “Zo extreem was het bij mij niet. Er zijn jongens die dat meer hebben dan anderen. Maar m’n benen zagen er lang niet meer normaal uit. Normaal heb ik dat een beetje in m’n onderbenen, maar bij de Tour zit dat ook in m’n bovenbenen.”

Af en toe is het zwaar, drie weken achter elkaar dag na dag knallen. “Dan doe je je ogen open na een zware bergrit, word je wakker met het idee dat je nog naar bed moet. Zo moe ben je dan. En dan moet je toch weer voor zo’n zware bergrit op de fiets stappen. Dan denk ik wel eens bij mezelf: wat ben ik toch aan het doen, wat is dit voor gekke sport."

LEES OOK: ‘Hi, I am Chris Froome and I like watching Brabants Bont’

Bijzondere ervaring
“Maar ja, even later zit je weer op de fiets en ben je het vergeten”, lacht de renner. “Het is ook wel iets wat de mensen aanspreekt. Het is ook echt een bijzondere ervaring en als je ‘m uitrijdt heb je wel iets bereikt.”

Dit is de eerste Tour die De Kort voor Trek-Segafredo heeft gereden. “Met de overstap naar een nieuwe ploeg was ik er niet meteen vanuit gegaan dat ik de Tour ook echt zou gaan rijden. Met Mollema en Contador was ‘t nog maar even kijken hoe dat zou gaan. Maar ik voel me heel erg goed bij deze ploeg. De ploeg is tevreden met mij, ik met hen. Ze wilden me er graag bij hebben, zeker ook om Contador te ondersteunen.”

Dat is wennen voor De Kort. “Dat is inderdaad wel een hele andere rol. In plaats van de sprints moet ik bij zo’n klimmer blijven en zorgen dat-ie veilig de vlakke ritten doorkomt. Ik zou het niet elke grote ronde willen doen, maar een keer vind ik dit wel leuk.”

Toch blijft hij van de sprints houden, vertelt hij. “De sprints zijn adrenaline, schouder tegen schouder vechten voor het plekje. Dat hoef je met zo’n klimmer niet te proberen. Het is gewoon een hele andere manier van rijden. Zo’n laatste kilometer inrijden met alle sprinters, dat vind ik toch wel heel mooi.”

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.