Het gaat om varkensbedrijven die de meeste stank veroorzaken en met hun stikstofuitstoot de natuur schade toebrengen. Binnen nu en acht maanden moeten alle dieren (800.000) en mest op de eerste bedrijven zijn verdwenen, zo verwacht het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Juist deze woensdag werd bekend dat burgers uit Brabant en Limburg een zaak aanspannen tegen de Nederlandse staat, omdat die te weinig zou doen tegen de stankoverlast van megastallen.

Extra mogelijkheid
Voor de 95 boeren die wel willen stoppen, maar die niet in aanmerking komen voor de zogeheten Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv), komen wellicht nieuwe afspraken. Het kabinet gaat kijken of het dit samen met provincies en gemeenten mogelijk kan maken. Per geval zou dan moeten worden bekeken hoe deze varkenshouders kunnen worden geholpen. Boeren in deze categorie krijgen het advies om zich na de afwijzing te melden bij de provincie of de gemeente. Hun boerderijen veroorzaakten bijvoorbeeld zo weinig stankoverlast, dat uitkoop te weinig zou opleveren, vindt landbouwminister Carola Schouten.

Aanvankelijk was voor de Srv 180 miljoen euro beschikbaar. Dit bedrag bleek veel te laag om alle goedgekeurde aanmeldingen te kunnen honoreren. Vandaar dat is besloten om het bedrag met 275 miljoen te verhogen. De Europese Commissie heeft hiervoor toestemming gegeven. De warme sanering is overigens opgezet in samenspraak met de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) en de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV).

'Grootste stankveroorzakers als eerste'
De eerste varkenshouders hebben inmiddels een bedrag toegezegd gekregen. Zij kunnen daadwerkelijk stoppen met het boeren. De grootste stankveroorzakers gaan als eersten hun activiteiten beëindigen. Het gaat in eerste instantie om 124 varkenshouderijen. Nog deze zomer krijgen de resterende subsidie-ontvangers duidelijkheid.

LEES OOK: Megastallen stinken volgens omwonenden en daarom slepen ze de staat voor de rechter