Wat deed opa Antoon precies in het verzet? Jeroen komt er maar niet achter

4 mei om 10:30 • Aangepast gisteren om 02:03
nl
De opa van Jeroen Trommelen (68) zat tijdens de Tweede Wereldoorlog in Tilburg in het verzet. Maar wat hij precies deed? “Mijn familie sprak niet graag over die tijd. En ik heb me daarin geschikt.” Maar Jeroen is onderzoeksjournalist en wil nu toch weten hoe het zit. Het valt niet mee om daar 80 jaar later nog achter te komen. “Omdat zij hun werk goed hebben gedaan, kan ik nu niets terugvinden.”
Profielfoto van Tom van den Oetelaar
Geschreven door

Jeroens opa Antoon Trommelen vertelde niets over zijn verzetswerk aan zijn gezin. “Verzetsmensen hielden hun bek. Dat was natuurlijk eigenlijk heel goed.” Maar het gezin stond daarom perplex toen Antoon werd opgepakt.

Wat Jeroen weet: Antoon werkte tijdens de oorlog bij de telefoondienst van de PTT in Tilburg. Hij bracht voor de geallieerden de verbindingen bij vliegbasis Gilze-Rijen in kaart. Die verzetsdaad moest hij met zijn leven bekopen. Met zijn vader sprak Jeroen hier nauwelijks over: “’Niet te veel over praten’, zei hij dan. ‘Het maakt allemaal toch niet uit.’ En dat heb ik overgenomen.”

“Dit hoeven jullie niet te zien.”

Eén keer, als kind nog, merkte Jeroen hoe zijn vader getraumatiseerd was door de oorlog. Er kwamen verschrikkingen uit de concentratiekampen op tv en zijn vader ging er met zijn rug voor staan. “Dit hoeven jullie niet te zien”, zei hij toen. ‘Maar zo hoefde hij het zelf dus ook niet te zien.”

Toch is Jeroen met zijn vader wel naar het concentratiekamp gegaan waar zijn opa gevangen zat, bij Berlijn: “Dat was een stiekem plan van mij: samen een weekendje Berlijn doen. Geen woord over het concentratiekamp, want dan zou hij niet zijn meegegaan.”

De laatste dag had Jeroen vrijgehouden. Hij stelde voor om samen naar Sachsenhausen te gaan. Zijn vader stemde in en ging mee: “Ik hoopte dat hij daar zou gaan praten, maar hij zei niks. Er stond nog een ziekenbarak waarvan we wisten dat iemand opa daar nog had zien lopen. Ik wilde zeggen: ‘Pa, je loopt nu in de laatste voetstappen van jouw vader, realiseer je je dat?’ Maar als ik dat had gezegd, zou hij zijn dichtgeklapt. Hij was een super gesloten man.”

“Ik heb een pesthekel aan tranen.”

Jeroen zette dus niet door. “Verwijt ik mezelf dat?”, vraagt hij zich nu hardop af. “Ik denk dat ik het niet heb gedaan omdat ik weinig resultaat verwachtte. Wat zou ik hebben gekregen? Tranen? Daar heb ik een pesthekel aan.”

Hij was druk met zijn werk, dus parkeerde Jeroen zijn familiegeschiedenis weer. Tot hij een paar jaar geleden, zijn vader was inmiddels overleden, in de krant las dat het Rode Kruis de archieven openbaar maakt: “Toen kon ik ergens beginnen.”

Jeroen ontdekte dat zijn opa werkte in opdracht van Jan Roels uit Breda, de commandant van een verzetsgroep. Een ex-militair, die ook stierf in een gevangenenkamp in Duitsland. Over Roels is verder niets bekend, er is zelfs geen foto van hem. Vermoedelijk werkte zijn opa ook samen met Johan van Besouw, die op dezelfde dag door de Duitsers werd gearresteerd, en J. H. Seegers uit Roosendaal.

“Hij gehoorzaamde toen een beroep op hem werd gedaan.”

Over Antoon Trommelen en de andere verzetshelden schreef Jeroen een boek: ‘De verdwijning van mijn opa’. Hij reconstrueert daarin wat er met hem en zijn opa's lotgenoten kan zijn gebeurd. En hij vertelt waarom Antoon in het verzet ging: “Opa was kennelijk een goed mens. Een trouw katholiek, die rechtvaardig wilde zijn. En toen er een beroep op hem werd gedaan, heeft hij gehoorzaamd.”

Toch viel de waarde van Antoons informatie volgens Jeroen tegen: “Vliegveld Gilze-Rijen werd dagelijks gebombardeerd. Het was een mollenveld. Dat je dan nog denkt dat je de telefoonlijnen in kaart moet gaan brengen? Het was niet zo zinvol. Maar dat is wijsheid achteraf.”

“Ik blijf zoeken.”

Jeroen vond meer dan hij had verwacht, maar tevreden is hij nog niet. Zijn opa had een map met aantekeningen op zolder. Misschien hebben nabestaanden van de andere verzetsstrijders dat ook? “Ik blijf zoeken naar nabestaanden van Roels, Besouw en Seegers. Omdat ik weet dat het verhaal niet af is.”

Jeroen troost zich verder met de gedachte dat hij niet de enige is die met vragen zit: “Het is een algemeen ding in die generatie: spreken is zilver, zwijgen is goud. Maar dat is niet waar. Zwijgen is dodelijk.” Maar dan, berustend: “Zwijgen was voor die generatie ook een heel effectieve manier om verder te kunnen.”

Dodenherdenking bij Omroep Brabant

Omroep Brabant zendt op 4 mei om acht uur ‘s avonds de Dodenherdenking en kranslegging op de Dam uit. Voorafgaand is er een programma over de Dodenherdenking bij Nationaal Monument Kamp Vught, die 's middags is gehouden. In de reportage is aandacht voor burgemeester Roderick van de Mortel van Vught. We lopen met hem naar de fusilladeplaats waar zijn neef Joost van de Mortel is geëxecuteerd na gevangenschap in Kamp Vught. Presentator van de uitzending is Theo Verbruggen.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!