Tiny Augustijn wordt nog dagelijks herinnerd aan zijn opa. Hij woont op een steenworp afstand van de Coen de Koning brug in Etten-Leur. Inmiddels is hij tachtig jaar oud, maar hij kan zijn opa die in Edam geboren is nog goed herinneren.
Schaatsen van opa gekregen
"Het was fantatisch om vroeger die wilde schaatsverhalen te horen. Of de hulding in Leur toen hij de tweede keer de Elfstedentocht won. Toen liep het hele dorp uit. Mijn eerste paar schaatsen heb ik van hem gekregen, daar heb ik tot zes jaar geleden nog op geschaatst. Ik heb wel ze wel moeten vermaken, want de schoenen waren te groot."
Echte sportman
Het schaatsen zat er bij Coen de Koning gewoon in. "Vandaag heb ik nog in een dagboekje van mijn opa gebladerd, daarin beschrijft hij hoe het toen was. Dat was een hele andere tijd, dat kun je je bijna niet meer voorstellen. Toen kon je alleen nog maar trainen als er natuurijs was, dus als hij kon dan ging hij ook meteen. In de zomer ging hij wielrennen, een echte sportman."
Zelf niet de Elfstedentocht gereden
Tiny Augustijn heeft zelf nooit de Elfstedentocht gereden, een broer van hem wel. "Als molenaar had ik daar nooit de tijd voor. Vroeger reed je ook niet even naar Leeuwarden zoals nu. Daarnaast was ik ook niet zo getraind. Zoals opa al zei: 'je moet het echt willen en er hard voor werken.' Nu zit het er helaas niet meer in."