Sportarts Hans van Kuijk: "10 kilometer hardlopen is ver, maar wel te doen."
Volgens Van Kuijk weten kinderen zelf heel goed wat ze wel en niet kunnen en kunnen ze dat ook aangeven. "Als ik kijk naar wat ik vroeger als kind deed en kon, dan was dat heel veel." Toch is er ook een limiet aan het aantal kilometers dat kinderen kunnen lopen. "Een duurloop van 10 kilometer is vrij lang, maar het kan wel."
De sportarts doelt daarmee op de afstand die Pieter de Jong zondag liep in Rotterdam. De 14-jarige jongen overleed na afloop van zijn deelname aan de recreatieve tien kilometer. "Het was een sportieve jongen. Hij deed aan hockey en tijdens zo'n wedstrijd loop je ook al snel tien kilometer bij elkaar."
Na de Marathon van Rotterdam onstond discussie over de leeftijdsgrens van deelnemers aan de recreatieve tien kilometer. Die zou op 16 jaar zijn gesteld. Volgens de Atletiekunie gaat het om een advies. Dat bevestigt ook de organisatie van de Tilburg Ten Miles. "De leeftijdsgrens van 16 jaar is een advies. Kinderen jonger dan 16 mogen dus ook meelopen als ze dat willen."
Richtlijnen Advies naar ouders toe heeft Hans Van Kuijk niet. "Er zijn wel richtlijnen voor kinderen die meer dan zes of zeven uur per week sporten. We adviseren dan om een Basisplus Sportmedisch Onderzoek te laten doen, waarbij onder andere gekeken wordt naar lengte, gewicht, vetpercentage, een ogentest en een urinetest. Ook maken we een rust ECG, een hartonderzoek in ontspannen toestand. Als we dan iets vreemds zien, dan sturen we iemand door naar een cardioloog voor meer onderzoek."
Zo'n onderzoek hoeft niet altijd meteen iets op te leveren. "Toen die jongen een half jaar geleden een hartstilstand kreeg, werd hij binnengebracht met een traumahelikopter. Reken maar dat iedereen meteen klaar staat en alle toeters en bellen afgaan. Als daar dan na uitgebreid onderzoek niets concreets uitkomt, dan kun je moeilijk tegen zo'n kind zeggen dat hij nooit meer mag sporten en voor de rest van zijn leven op een stoel in een hoekje moet zitten."
'Absolute aantallen zijn zeer laag'Het is dus zeker niet altijd te voorkomen dat iemand sterft tijdens of na een sportwedstrijd. "De absolute aantallen zijn zeer laag. Zou je die er uit willen halen, dan moet je zodanig veel mensen screenen. Dat is gewoonweg niet haalbaar. Bovendien, als die jongen in het bos was gaan trimmen, hadden we het waarschijnlijk niet eens geweten. Juist omdat de media er bovenop zaten, weten we dat hij aan een hartstilstand is overleden."