Van Gogh schreef de zakelijke brief vanuit Den Haag aan Hendrik Verzijl in Helvoirt, een kennis van de familie Van Gogh. Vanwege de onduidelijk geschreven initialen in de handtekening is de briefschrijver niet eerder als Van Gogh herkend.
Morgen presentatie boekDe ontdekking van deze nieuwe brief wordt beschreven in het boek Van Gogh: New Findings. Van Gogh Studies 4', dat donderdag wordt gepresenteerd.
De brief is chronologisch de tweede die van Vincent van Gogh bekend is, en dateert van 26 oktober 1872, toen de 19-jarige Van Gogh werkte bij de kunsthandel Goupil& Cie in Den Haag. De brief werd ontdekt in het familiearchief. "Hij was ondertekend met J. van Gogh. Nu weten we dat Vincent van Gogh nogal zwierig schreef in het begin", zegt kenner Hans Luijten.
Boeken kopenOp verzoek van de gepensioneerde onderwijzer Hendrik Verzijl uit Helvoirt had Van Gogh geprobeerd op een veiling bij W.P. van Stockum een aantal boeken te kopen.
Met zijn brief laat Van Gogh weten dat dit niet gelukt was en hij belooft navraag te zullen doen naar de koper bij de zoon van de veilingmeester, met wie hij bevriend is.
Hendrik Verzijl woonde in Helvoirt bij de familie De Jonge van Zwijnsbergen, die tot de kennissenkring van de familie Van Gogh behoorde. Dat is de reden waarom de brief terecht is gekomen in familiearchief aanwezig in het Brabants Historisch Informatie Centrum in 's-Hertogenbosch.
Dienstwillige DienaarHet keurige briefje is kenmerkend voor het geregisseerde gedrag van het gezin Van Gogh, dat er actief op gericht was de een brede sociale kring op te bouwen door middel van bezoeken en correspondentie, en door elkaar over en weer diensten te bewijzen. Als Dienstwillige Dienaar'  zo sloot de jonge Vincent zijn brief af  had hij zijn opdracht voorbeeldig uitgevoerd.
Vanaf 23 juni 2012 wordt de brief  telkens in het weekend  tentoongesteld in achtereenvolgens in Etten-Leur, Tilburg, Zundert en Nuenen; daarna zal hij voor langere tijd te zien zijn in de vaste Van Goghpresentatie van het Noordbrabants Museum in 's-Hertogenbosch.
De brief van Van GoghBrief van Vincent van Gogh aan Hendrik Verzijl.Den Haag 26 Oct. 1872WelEd. Heer,Tot mijn leed wezen ben ik geen van de door U opgegeven stukken kunnen machtig worden, daar zij allen hooger zijn gegaan dan de opgegeven prijzen.–Zij zijn allen gekocht door den Heer v. Stockum, die er commissie op scheen te hebben.Voor wien het was, weet ik niet, maar hoop dat toch wel te weten te komen, daar ik den zoon van den Heer v. Stockum ken& hij mij beloofd heeft er naar te informeeren. Zoodra ik er iets van hoor, zal ik het U schrijven.De verkooping was druk bezocht,& naar ik hoor, zijn er over het algemeen hooger prijzen besteed dan gewoonlijk. Voor de opgegeven Nos is ongeveer f 30.– besteed.Na U verzocht te hebben, mijne beleefde groeten aan de familie de Jong te doen, noem ik mij met de meeste achtingUw Dw. DienaarV.W. van Gogh