Onderzoek: kinderen willen familiebedrijf minder vaak overnemen
In 1929 begon de opa van Gerard het bedrijf met gloeilampen. Zijn vader nam het over, daarna kwam Gerard in 1982. Nu denkt hij over zijn opvolger na. Maar zijn zoon Remco volgde zijn hart en heeft nu eetcafé Zinn in Nuenen. Zijn andere zoon, Ramon, zit wel binnen het bedrijf, maar wil niet aan het roer komen te staan.
'Daar kom ik te hangen'"In het kantoor van mijn vader hangen drie foto's op een rij. Van zijn opa, zijn vader en hemzelf. Toen ik vijf jaar was zei ik tegen mijn vader daar kom ik te hangen, maar nee, dat is niet zo", zegt Remko achter zijn bar. "En dat is eigenlijk best jammer."
Zijn broer Ramon heeft al twee kinderen, is bang te weinig tijd voor zijn gezin te hebben en ziet daarom af van opvolging. "Ik wil wel met iemand samenwerken, maar om alleen de verantwoordelijkheid voor 45 werknemers te dragen, vind ik fors", zegt hij.
Groeiend probleemTien procent van de jongeren in Nederland ziet zich als opvolger van het bedrijf van vader of moeder. Dat is in vergelijking met andere landen laag. Gemiddeld wil 23 procent van de jongeren door in het familiebedrijf van vader of moeder, zo blijkt uit onderzoek van Ernst en Young [PDF, 4,8MB]. Zij vroegen 93.000 jongeren in 26 landen naar hun toekomst in het familiebedrijf.
De redenen: jongeren zijn beter opgeleid dan hun ouders, hebben andere interesses of zijn zelfstandiger geworden. "Ik baal er best van", zegt vader Gerard. "Maar het bedrijf moet door. Ook als ik er niet meer ben. Dan maar een ander aan het roer."