In het programma EenVandaag deden vrijdag twee Poolse medewerkers een boekje open over vleesverwerker Willy Selten in Oss. Ze vertelden over de slechte werkomstandigheden en het vermengen van rund- en paardenvlees. Ook zeiden ze dat er bedorven vlees werd gebruikt.
De medewerkers deden hun uitspraken anoniem. Niet vreemd, zegt vakbondsman John Klijn van FNV Bondgenoten. "Ze zijn bang, met de pers praten is bijna een doodzonde.Ook worden ze vaak zwart betaald en zijn ze bang voor de belastingdienst. En ze realiseren zich ook dat als ze de misstanden niet aan de kaak stellen, ze eigenlijk strafbaar zijn."
AngstcultuurVolgens Klijn is er sprake van een angstcultuur in de vleesindustrie. Medewerkers zijn bang om over de misstanden te praten omdat ze bang zijn hun baan te verliezen. Dat begint al met het afsluiten van de arbeidscontracten.
Klijn: "Selten had 85 Polen in dienst. Die hadden alleemaal een nul-uren contract, terwijl ze juridisch gezien een vast contract hadden. Maar nu kon Selten rustig zeggen dat ze op straat zouden staan als ze hun best niet deden en de kantjes er af liepen."
ArbeidsinspectieOok de arbeidsomstandigheden in de vleesindustrie zijn verre van ideaal. Als iemand ernstige snijwonden oploopt, wordt er niet snel een arts in geschakeld. "Werknemers worden dan vaak terug gestuurd naar Polen. Werkgevers zijn bang dat na een bezoek aan het ziekenhuis de arbeidsinspectie op de stoep staat. En dat willen ze niet", aldus Klijn.
Vleesverwerker Selten in Oss ging deze week failliet. Het personeel staat op straat en ontvangt een uitkering.