In Brabant wordt nu gebouwd aan zes nieuwe ecoducten. Twee bij Oss en twee bij Valkenswaard. Verder nog eentje over de N261 bij Loon op Zand en één over de A67 richting Antwerpen bij de Belgische grens. De kosten zijn in totaal 25 miljoen euro, waarvan de provincie tien miljoen euro betaalt.
De afgelopen tijd worden er steeds meer vraagtekens gezet bij het nut van ecoducten omdat nooit wetenschappelijk is onderzocht wat ze betekenen voor de biodiversiteit.
Voortplanten De provincie baseert zich echter op de ervaringen in Best, waar acht jaar geleden het eerste en tot nu toe enige ecoduct van Brabant werd opgeleverd.
Volgens Van den Hout is daar gebleken dat dieren er ruimschoots gebruik van maken. "Die reeën gaan naar de overkant en ze doen daar wat ze aan de andere kant ook al deden, zich voortplanten."
KamsalamandersGerard Traa van het Brabants Landschap zegt: "Je kunt wel zeggen dat er in Brabant reeën genoeg zijn, maar als die allemaal in hun eigen gebiedje blijven dan krijg je inteelt en worden de dieren steeds zwakker."
Ook hij is ervan overtuigd dat ecoducten de aangewezen manier zijn om natuurgebieden aan elkaar te koppelen waardoor families zich kunnen kruisen. Naast reeën maken onder meer ook dassen, kikkers en kamsalamanders gebruik van het ecoduct.
Zonde van het geld Alexander van Hattem van de PVV in Provinciale Staten vindt al die ecoducten zonde van het geld. Hij weet er wel een betere bestemming voor. Als voorbeeld noemt hij knooppunt Paalgraven bij Oss. "Daar staat elke dag file omdat er geen geld is voor een goede aansluiting van de A59 op de A50, maar we geven wel een hoop geld uit voor het veiliger laten oversteken van een paar dieren."
Johan van den Hout vindt dat je die twee dingen niet met elkaar kunt vergelijken. "Een ecoduct is veel goedkoper dan een stuk snelweg," zegt hij. Hij sluit niet uit dat er in de toekomst nog meer ecoducten bij komen.