Nicole Maalsté is onderzoekster aan de Universiteit van Tilburg en doet al twintig jaar onderzoek naar het coffeeshopbeleid. Zij schreef in 2007 het boek 'Polderwiet' en sprak zich al vrij vroeg uit tegen de wietpas, die vanaf 1 mei van kracht is.
Maalsté nam samen met haar collega Rutger Jan Hebben een kijkje bij gemeenten in Zuid-Nederland. Zij spraken met coffeeshopondernemers in onder meer Breda, Den Bosch, Oss, Tilburg, Waalwijk, Weert en Eindhoven. De conclusie van hun rondgang staat op de website van de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod (VOC). Maalsté bevestigt de echtheid van de publicatie.
StraathandelEr komt naar voren dat vooral de illegale straathandel in Brabant fors is toegenomen. Jongeren vanuit de Randstad, maar zelfs uit landen als Hongarije en Frankrijk zijn actief op de illegale markt. Zij komen met de trein of de auto naar Brabant en proberen daar op straat hun drugs te verkopen.
Volgens de onderzoekers is er in de gemeenten waar de wietpas is ingevoerd, een groot netwerk ontstaan. Gebruikers kunnen door middel van het bellen van een nummer of het versturen van een sms'je met een dealer afspreken, en zo aan wiet komen.
OverlastDe illegale handel zorgt met name voor overlast in parken en hangplekken in woonwijken. Jongeren die nooit iets met drugs te maken hebben gehad, worden volgens de onderzoekers op straat lastig gevallen met de vraag of zij wiet willen kopen. Zij zouden zich daardoor onveilig voelen. En dat terwijl de lokale politie 'onvoldoende capaciteit heeft om deze nieuwe vormen van illegale handel effectief aan te pakken', zo staat er in het onderzoek. De politie kan dit niet bevestigen en doet daar nog onderzoek naar.
De wietpas lijkt nog geen vruchten af te werpen. Slechts 15 procent van de voormalige klanten van coffeeshops in Brabant hebben zich de afgelopen tijd laten inschrijven, zo blijkt uit de zogenoemde quickscan. De rest heeft dat vermoedelijk nog niet gedaan.
OmzetHet gevolg is dat Brabantse coffeeshops hun omzet met 70 tot 90 procent zien dalen. Verschillende shops moesten hun deuren sluiten, zoals in Breda. Maalsté en Hebben roepen daarom op tot een gesprek met de coffeeshophouders en de overheid. Zij willen daarmee tot een 'werkbaar geheel' komen.