'Dood Brabantse jongens niet de schuld van broeder Andreas'
Volgens justitie was broeder Andreas betrokken bij alle 37 sterfgevallen. Volgens de werkgroep Eerherstel klopt dat niet. De groep wil nu eerherstel voor de inmiddels overleden broeder Andreas.
Ongekende foutenTon van Reen onderzocht de zaak opnieuw. Volgens hem komen in zijn boek ongekende fouten aan het licht waardoor de verdenkingen tegen de broeder onmogelijk waar kunnen zijn.
In Huize Sint Joseph werden in de jaren vijftig geestelijk gehandicapte kinderen opgevangen. Tussen 1952 en 1954 stierven 37 jongens, onder wie zes Brabantse kinderen. Ze waren in de leeftijd van 5 tot 15 jaar. Ze kwamen uit Eindhoven, Bergeijk, Sterksel, Someren en Maarheeze.
Domme broederJustitie schrijft in haar rapport dat een natuurlijke dood van alle 37 jongens 'minder waarschijnlijk' is. De pijlen van justitie richten zich dan ook op de broeder en een dokter die er in de jaren vijftig werkzaam waren. Broeder Andreas zou niet capabel zijn geweest om met zwaar gehandicapte kinderen om te gaan.
De arts van het Sint Joseph zou tegen anderen gezegd hebben dat broeder Andreas 'een domme broeder' was, die te veel morfine zou hebben toegediend. Kort voordat broeder Andreas werd overgeplaatst, stopten volgens justitie de sterfgevallen.
