Het gaat niet per se om vaders en zonen. Maar in de hele Krusemanfamilie deed wel een stel creatieve genen de ronde. Tussen 1800 en 1900 was er bijna altijd wel een Kruseman actief als kunstschilder.
Brand in museumMuseum Jan Cunen heeft een kleine maar fijne collectie schilderijen uit die negentiende eeuw. Het is één van de specialiteiten van het museum. In de afgelopen jaren kon het museum de collectie twee keer aanvullen: bij het 75-jarig bestaan van het museum toen de vriendenkring een schilderij cadeau deed én toen de verzekering uitkeerde omdat bij de brand in het Armandomuseum (in Amersfoort) een doek van Jan Cunen verloren ging. In beide gevallen werd het een Kruseman.
En dat was voor Marjan van Heteren van het museum de reden om na te gaan denken over een Kruseman-tentoonstelling. Drie jaar lang zocht ze in de hele wereld naar Krusemans en uiteindelijk koos ze er zestig uit. Die zestig zijn vanaf 16 december te zien in museum Jan Cunen.
De grootsteHet grootste schilderij dat er hangt is een historiestuk: het beeldt de ontmoeting af van Willem van Oranje en Philips V, toen de koning van Spanje. Het doek hang al jaren in de Tweede Kamer maar door allerlei verbouwingen, waarbij de deuren waren verkleind, bleek het een enorme klus om het doek van drie bij twee meter daar weg te halen. Maar het ís gelukt!
Er hangen nogal wat verschillende soorten schilderijen in het museum want de Krusemans pakten van alles aan en hadden allemaal ook hun eigen stijl. Portretten, landschappen, historische taferelen... het zit er allemaal tussen en schilderkunstig is de selectie die het museum maakte prima in orde. Dat hoorde ook bioj die negentiende eeuw waarin het ambachtelijke van de schilderkunst heel erg belangrijk was.