De melkplassen en boterbergen van de jaren tachtig zullen door de grote vraag naar melk in het buitenland uitblijven, dus mogen veehouders na ruim dertig jaar weer zoveel melk produceren als ze kunnen of willen.  
Slechte ontwikkelingEn waar de boeren helemaal gelukkig zijn is het volgens de Brabantse Milieufederatie een slechte ontwikkeling. "We zijn bang dat de melkveehouderij, de kippen- en varkensboeren achterna gaan met veel te veel dieren en veel te grote stallen. Vooral in onze provincie zitten veel grote koeienboeren", zegt Nol Verdaasdonk van de Brabantse Milieufederatie.
Een van de grote koeienboeren is Joris Hanenberg uit Oss. Hij melkt nu ruim 200 koeien. Om samen met zijn broer het bedrijf van zijn vader te kunnen overnemen, moet het bedrijf naar ruim 400 koeien groeien. Anders konden er geen twee gezinnen van leven. En dus is er de afgelopen jaren al flink wat geld gepompt in het bedrijf. Er staat een nieuwe stal en mestverwerker.
Minder koeienHanenberg noemt de kritiek van milieufederatie onzin. "Er zijn de laatste jaren veel boeren gestopt en dus zijn er veel minder koeien in Brabant dan twintig jaar geleden", zegt hij.
Staatssecretaris Dijksma van economische zaken heeft daarom al maatregelen aangekondigd en vindt dat de melkveebedrijven over voldoende grond moeten beschikken om de dieren naar buiten te kunnen laten gaan en er minimaal de helft van hun koeienmest op kwijt moeten kunnen.
'Maatregelen onvoldoende'Bedrijven die harder groeien en meer mest produceren, moeten ieder jaar aantonen dat ze daarvoor nog voldoende grond hebben om zo de schadelijke stoffen uit de mest kwijt te kunnen. De Brabantse Milieufederatie vind de maatregel niet voldoende om de veehouderij in te dammen.
Joris Hanenberg heeft op zijn melkveehouderij geïnvesteerd in mestverwerking. "We kunnen dus een groot gedeelte van onze eigen mest op een verantwoorde manier verwerken en tot toegevoegde waarde maken", zegt hij.
Grotere melkfabriekenNiet alleen boeren lopen vooruit op de nieuwe regels. Ook de melkfabrieken hebben dat gedaan. Friesland-Campina heeft in Nederland maar liefst 2,5 miljard euro geïnvesteerd om de extra melk te kunnen verwerken. Zo is er in Veghel een grote installatie gebouwd om melk te verwerken tot melkpoeder voor bijvoorbeeld medicijnen en babyvoeding.