Stuifmail 26 april: bunzingen en vogels
BunzingOp de foto zie je een dode bunzing liggen. Bunzingen behoren tot de familie marterachtigen en zijn allemaal echte roofdieren. In Nederland komen zeven soorten marters voor, en dat zijn naast bunzingen, wezels, hermelijnen, boommarters, steenmarters, dassen en otters. Bunzingen zijn echte bodembewoners en zijn minder behendig dan de directe verwanten de hermelijn en de wezel. Opmerkelijk is hoe ze zich voortbewegen, het lijkt meer op droog zwemmen, dan lopen maar dan wel heel snel.
Daarnaast wisselen ze het lopen af door af en toe te springen, maar soms ook door even stil te staan op de achterpoten. Dit laatste noemen we kegelen. Bunzingen zijn snelle en felle roofdieren. Als hoofdvoedsel staan op het menu; muizen, ratten en kikkers. Daarnaast vangen ze ook konijnen, zelfs de grote exemplaren. Deze prooidieren worden tot in hun hol achtervolgd. Maar ook vogels worden gegeten, zoals weidevogels, en ten slotte als het kippenhok niet goed afgesloten is pakken ze her en der ook graag een grote kip, zeker als het zo’n gemakkelijk te pakken prooi is.
Diverse vogelsFoto 2 is eigenlijk een hele mooie collega van vooral diverse vogels. Je ziet er o.a bergeend, kluut, aalscholver, kievit, lepelaar, kokmeeuw, kuifeend, tafeleend, scholekstertureluur, fazant en wulp. Erg fraai.Foto 3 is een foto van 2 patrijzen. Patrijzen zijn vogels van de akkers, maar dan wel van de graanakkers zoals roggeakkers, tarwe etc. Ze horen bij de familie van de fazanten en kunnen ongeveer 30 centimeter groot worden. Patrijzen hebben vooral zaden, insecten, spinnen en wormen op het menu staan. Patrijzen te zien te krijgen is tegenwoordig zeer lastig, want ze zijn zeer zeldzaam geworden in Nederland.
Er is een duidelijke afname waarneembaar en dat begon al in de periode 1950 tot 1970. Volgens SOVON, stichting vogelonderzoek Nederland, nam het aantal broedparen in de periode 1990-2003 verder af en broedden er in 2007 nog ongeveer 10.000 paar in Nederland. Daarnaast was in Nederland de patrijs in de Flora- en faunawet aangemerkt als wildsoort, maar is gelukkig de jacht hierop al sinds 1998 gestopt.
Een gedicht van Rolande de Bruyn De zee en het strand
God wat is ze mooi vandaag, zo mooi zelden gezien, bruisend vol leven één en al energie, ik weet zeker zo heb je haar nog maar zelden gezien.
Fors en krachtig, anderzijds frèle vol van vrouwelijkheid, je zou haar willen omarmen, in haar ogen verdrinken, je leven aan haar verpachten, je volledig in haar verliezen, je weet echt niet wat te kiezen.
Al de moeite van de wereld ten spijt, ze kan zich aan jou niet geven, ze is reeds verbonden met een ander voor het leven, de golven zijn hun kroost, eerst wild, onbedwingbaar, dan weer rustig, bijna geruisloos.
De zee en het strand, voor altijd en eeuwig met elkaar verbonden, eeuwen geleden op een zonnige dag hebben ze elkaar voor 't eerst gevonden.