Video

Graafs Museum komt met tentoonstelling over wijlen zanger/dichter/pianist Jules de Corte uit Deurne

30 april 2015 om 00:11
nl
Hij was misschien wel de bekendste blinde zanger, dichter en pianist van Nederland: Jules de Corte uit Deurne. Hij maakte duizenden liedjes, zoals 'Ik zou wel eens willen weten'. In 1996 overleed hij, maar in het Graafs Museum in Grave komt hij weer een beetje tot leven. Daar is namelijk een tentoonstelling over zijn leven en oeuvre.
Geschreven door

Het museum heeft de bijzondere collectie gekregen van de weduwe van De Corte.
Bijzondere collectieDe collectie van de tentoonstelling bestaat uit veel bijzondere objecten uit het hele leven en oeuvre van De Corte. "Zoals zijn stemvork, maar ook al zijn platen. Je kunt het zo gek niet bedenken", vertelt Leny van Lieshout van het Graafs Museum. "Maar ook alle eerbewijzen die hij heeft gekregen voor zijn liedjes. Het zit er allemaal in!"
Bij het museum zijn ze erg vereerd dat ze ook juist die grote oeuvreprijzen hebben gekregen, zoals bijvoorbeeld een Edison! "Toen we die in de vitrine wilden zetten, merkten we ook pas dat 'ie echt heel zwaar is!"
De Corte kreeg de Edison voor zijn lp 'Liedjes die eigenlijk niet mogen'. "Dat is een plaat met allemaal anarchistische liedjes die bijvoorbeeld over gedwongen huwelijken of over homoseksualiteit gaan", legt Van Lieshout uit. "Die liedjes zijn uitgebracht in de tijd dat dat absoluut niet normaal was." Daarnaast is het museum ook in het bezit van een Gouden Harp die De Corte kreeg voor zijn oeuvre.
'Maatschappijkritisch'Met meer dan drieduizend liedjes heeft de van oorsprong Deurnese zanger, dichter en pianist zich van zijn 'maatschappijkritische kant' laten zien volgens Van Lieshout. "Daar stond hij ook echt om bekend, hij heeft ook het luisterlied uitgevonden."
De tentoonstelling over het leven en oeuvre van Jules de Corte is vanaf zaterdag 2 mei te bezichtigen in het Graafs Museum in Grave.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.