De verzorgster werd een jaar na het incident aangehouden voor poging tot doodslag. Na verhoor mocht ze weer naar huis.
Op de bewuste avond controleerde de verzorgende het bloed van de bejaarde dementerende vrouw. Ze schrok van de waarden en belde een verpleegkundige. Ook de dienstdoende arts werd gebeld. Die vertelde de verzorgende dat ze de bloedwaarden nog een keer moest meten. Als de waarden hetzelfde waren, moest ze van de arts zes eenheden met kort werkende insuline inspuiten.

Verzorgende loog over gebruikte spuitDe verzorgende kon geen prikpen vinden en gebruikte daarom een andere spuit. Ze spoot een ampul van drie milliliter in bij het slachtoffer. Vervolgens zei de verdachte tegen de verpleegkundige aan de telefoon dat ze de prikpen had gebruikt.
Op de vraag van de rechter waarom ze een verkeerde spuit gebruikte en daarover loog, zei de verdachte: "Ik heb een fout gemaakt, ik heb de verkeerde spuit gebruikt. Ik weet het niet waarom ik heb gezegd dat ik de prikpen had gebruikt."
De bejaarde patiënte zakte in de loop van de nacht steeds verder weg. Haar bloedsuikerspiegel werd extreem laag en ze raakte in coma. Toen de vrouw na zes dagen ontwaakte uit de coma kon ze minder goed praten. Ook slikken was moeilijker voor het slachtoffer.
Volgens de advocaat van de vrouw was de werkdruk te hoog. Hij pleitte daarom voor vrijspraak.
Geen bijscholingDe Inspectie voor de Gezondheidszorg is van mening dat de vrouw niet als verzorgende mocht werken omdat ze al jaren geen bijscholing had gehad.
De overkoepelende Vitalis Zorg Groep heeft de vrouw inmiddels ontslagen.