De Philharmonie Zuidnederland repeteert in Maastricht en in Eindhoven. Dat heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van het orkest. Door bezuinigingen van het Rijk werden in 2012 het Brabants Orkest én het Limburgs Symphonie orkest gedwongen te fuseren.
Definitief kiezen De Raad voor Cultuur bond vorige week de kat de bel aan door te zeggen dat het nieuwe orkest definitief voor één vestigingsplaats moet kiezen: Eindhoven of Maastricht. Volgens de Raad voor Cultuur spelen de musici dan vaker samen en gaat de kwaliteit er op vooruit. De Raad voor Cultuur - een belangrijk adviesorgaan van minister Bussemaker - stelt de keus voor één vestigingsplaats zelfs als voorwaarde voor de rijkssubsidie van het orkest, pakweg zeven miljoen euro per jaar.
Cultuurminister Bussemaker heeft zich over het onderwerp nog niet uitgelaten. Maar het orkest stuurde donderdag een brief aan de minister waarin de directie schrijft niets voor zo'n keus te voelen. Omdat het orkest wordt gesubsidieerd door het rijk, twee provincies en twee steden (Maastricht en Eindhoven) betekent een keus voor één standplaats mogelijk een financiele achteruitgang. Het orkest vindt ook dat het rijk zo'n eis niet mag stellen zonder met die andere overheden te overleggen.
Publiek geld goed bestedenIn een verklaring op vrijdag schaart gedeputeerde Swinkels zich achter de Raad voor Cultuur. Hij wil voor het subsidiegeld een 'kwalitatief zo goed mogelijk'  orkest en is er dus blijkbaar - net als de Raad voor Cultuur - van overtuigd dat één vestigingsplaats daar een belangrijke rol in speelt. De gedeputeerde houdt wel een slag om de arm door te zeggen dat er 'uiteindelijk' één vestigingsplaats zou moeten zijn.
De keus voor de vestigingsplaats laat Swinkels aan het orkest. Wel zegt hij: 'Uiteraard vinden wij dat het op grond van inhoudelijke argumenten het beste is om voor Eindhoven te kiezen'.