Gezocht: jongeren die graag vieze handen willen maken

19 maart 2017 om 12:17
nl
Brabantse bedrijven zitten te springen om jongeren die met hun handen willen werken. Omdat tijdens de crisis te weinig leerlingen een beroepsopleiding volgden, staan duizenden vacatures langdurig open. Dat zeggen arbeidsmarktdeskundigen en onderzoekers tegen Omroep Brabant.
Profielfoto van Ineke Inklaar
Geschreven door
Ineke Inklaar

Het gaat om de sectoren bouw, ict, techniek en zorg. Nu de crisis voorbij is, vragen ze zich af: waar halen we de nieuwe timmerlieden, ict’ers, verpleegkundigen, logistiek planners en technici vandaan?

Ook in de horeca is de behoefte aan personeel groot. Directeur André van Veen van het Cingel College (onder meer koksopleiding) in Breda vertelt: “We worden elke dag gebeld of we iemand kunnen leveren. En ook sociale media staan vol met ‘Koks gevraagd’.”

Afdelingsmanager Sjoerd de Lange over het belang van BBL-leerlingen:[YOUTUBE:https://youtu.be/Mwc8y0aiQSM]

In de crisis te weinig leerlingen, maar nu ook. Het aantal leerlingen dat nu praktijkonderwijs volgt, blijft afnemen. In onze provincie is de deelname aan het zogeheten beroepsbegeleidend onderwijs de afgelopen jaren gehalveerd. In 2011 waren dat nog 32645 studenten. Vorig cursusjaar waren dat er nog maar 17873.

Werkend leren
Beroepsbegeleidend onderwijs is een vorm van werkend leren: vier dagen betaald werken, één dag leren. Er zijn acht richtingen:

  • techniek
  • transport en logistiek
  • zorg, sport en welzijn
  • handel
  • ict en creatieve industrie
  • voedsel, groen en horeca
  • zakelijke dienstverlening en veiligheid
  • specialistisch vakmanschap (zoals audicien, juwelier

Ongunstig imago
Waarom volgen steeds minder jongeren het bbl? Om te beginnen zijn er gewoon steeds minder jongeren, Nederland vergrijst immers.

Een andere reden is dat ouders steeds vaker willen dat hun kinderen een zo hoog mogelijke, theoretische opleiding volgen. Onderzoeker Marc van der Meer: “Het imago van werken met je handen is ongunstig. Terwijl Nederlands middenkader toch merendeels van het mbo komt.”

Niet alleen bij pa en ma, maar ook bij zoon- en dochterlief gaat de voorkeur uit naar een niet-beroepsopleiding. Dat heeft te maken met de toekomstige baan. Van Veen van het Cingel College: “We horen van studenten dat ze weinig zin hebben om kok te worden; ze zien het niet zitten om in de keuken te staan als hun vrienden vrij hebben.”

Ook de (naweeën van de) economische crisis spelen mee bij de keuze voor een school. Veel bedrijven, bijvoorbeeld in de bouw, hadden in die jaren weinig werk. Dat is niet bepaald wervend, natuurlijk.

Omdat de werkdruk hoog was, stonden praktijkbegeleiders ook niet in de rij om leerlingen bij hun stage te helpen. Aangezien zo’n leerbaan een voorwaarde is voor het volgen van beroepsbegeleidend onderwijs, weken veel jeugdigen noodgedwongen uit naar een ander type opleiding.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.