Piet van Katwijk duwde broer Jan de Alpe d'Huez op

19 juli 2017 om 19:50
nl
Ieder jaar brengt de Tour de France nieuwe verhalen, van heroïsche overwinningen tot onverklaarbaar slechte prestaties. De Franse rittenkoers heeft een grote historie. Omroep Brabant kijkt dagelijks terug op een moment om te herinneren. De broers Piet en Jan van Katwijk over de Tour van 1976.
Profielfoto van Bart Elzendoorn
Geschreven door
Bart Elzendoorn

Namen: Jan en Piet van Katwijk
Geboortedatum: 30 augustus 1946 (Jan), 27 februari 1950 (Piet)
Geboorteplaats: Oploo
Tour de France: 1976
Moment om te herinneren: beklimmen van Alpe d’Huez

Jullie reden allebei in de ploeg van TI-Raleigh. Dat was een oppermachtige ploeg, toch Jan?
“Klopt, dat was in het begin van de succesperiode van Raleigh. Een mooie tijd om mee te maken.”

Piet, was 1976 een mooi jaar?
“Ik reed in 1976 mijn tweede Tour de France, nadat ik in 1974 voor Frisol actief was. Ik herinner me de beklimming van de Alpe d’Huez. Dat werd ons die dag niet fataal, maar een dag later wel. De etappe was bijna 260 kilometer lang. Zoetemelk won, hij deed er 8,5 uur over. Wij kwamen een half uur later over de streep. Dat is eigenlijk niet te geloven. Nu wordt al geklaagd als de etappe langer dan tweehonderd kilometer is. Bij ons waren bijna alle etappes langer dan tweehonderd kilometer.”

Gebeurde dat in die tijd zonder doping?
Jan: “De middelen die op de lijst stonden, werden niet gebruikt. Andere middelen kun je niet uitsluiten, maar daar controleerden ze niet op. De bezorging van het drinken liet destijds nog wel eens te wensen over. Volgens ploegleider Peter Post was water vergif voor de renners. Wij mochten eigenlijk niet veel drinken. Op een rit van 260 kilometers gebruikten wij maximaal zes bidons.”

Piet, hoe apart was het om de Tour voor het eerst met je broer te rijden?
“Dat was wel apart. Je houdt toch rekening met elkaar, zeker die dag op de Alpe d’Huez. Het was heet en Jan liep een zonnesteek op. Ik bleef bij hem in de buurt. Op de Alpe d’Huez heb ik hem zelfs nog geduwd. Gelukkig kwamen we die dag op tijd binnen, maar de volgende dag reden we weer 180 kilometer in de achtervolging. Op de laatste klim zei Jan dat ik moest proberen op tijd binnen te komen. Dat lukte niet, dus toen konden we allebei naar huis.”

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.