Dakkapel bouwen? Iedere gemeente brengt daarvoor een andere prijs in rekening
De kosten voor een vergunning voor het bouwen van een dakkapel, uitbouw of nieuwbouwwoning liggen dit jaar zo'n twee procent lager dan in 2017. Dat blijkt uit pas gepubliceerde cijfers van onderzoekscentrum COELO. Door de aantrekkende woningmarkt verwachten gemeenten meer aanvragen en vallen de kosten per aanvraag dus lager uit.
Grote verschillen
Hoeveel je kwijt bent voor zo'n vergunning, is sterk afhankelijk van waar je woont. In vestingstad Grave kost bijvoorbeeld een vergunning voor een dakkapel 711,70. Het toptarief in de provincie. Wie daarentegen in Roosendaal of Moerdijk woont, kan voor pakweg 188 euro aan de slag.
Een vergunning voor het uitbouwen van een woning is het duurste in Eindhoven. Dat kost in de Lichtstad 2683 euro, terwijl iemand in Roosendaal maar 846 euro hoeft te betalen. En daar doet Moerdijk niet veel voor onder met een prijs van 849 euro. Maar dat wil niet zeggen dat iedere plattelandsgemeente een laag tarief hanteert. Mill en Sint Hubert vraagt 2406,32 euro en in Asten rekenen ze 2241 euro.
Als het gaat om een vergunning voor nieuwbouw dan is de gemeente Mill en Sint Hubert de koploper met een prijs van 6309,68 euro. Eenzelfde vergunning kost in Waalwijk 2321,60 euro.
Wil je weten wat je in jouw gemeente moet betalen voor een bouwvergunning? Bekijk dan dit plaatje.
Toelichting: COELO heeft gekeken naar de kosten voor een omgevingsvergunning voor drie verschillende soorten projecten (met een uiteenlopende bouwsom):
•Dakkapel> de kosten (ex. btw) voor een omgevingsvergunning voor een dakkapel met een bouwsom van tienduizend euro.
•Uitbouw woning> de kosten (ex. btw) voor een omgevingsvergunning voor de uitbouw van een woning met een bouwsom van 45 duizend euro.
•Nieuwbouwwoning> de kosten (ex. btw) voor een omgevingsvergunning bij het bouwen van een nieuwbouwwoning met een bouwsom van 140 duizend euro.
Van sommige gemeenten zijn geen gegevens beschikbaar omdat ze een afwijkende rekenmethode gebruiken voor het bepalen van de vergunningsprijzen en dus niet zo eenduidig in kaart gebracht kunnen worden.