Boeren doen hun stinkende best, hoewel luchtwassers het voorlopig laten afweten

6 april 2018 om 20:21
nl
Uit onderzoek blijkt dat gecombineerde luchtwassers de stank van veestallen helemaal niet zo goed verhelpen dan was verwacht. De overheid wil daarom nieuwe regels om het Brabantse platteland van zijn poepgeurtje te verlossen. Het falen van de luchtwassers ergert burgers en buitenlui, maar ook boeren voelen zich bekocht.
Profielfoto van Frits van Otterdijk
Geschreven door

Het Wageningen University Research (WUR) onderzocht in opdracht van de overheid hoe effectief luchtwassers in de praktijk zijn. Deze week maakte WUR de resultaten bekend. Daaruit blijkt dat de gemiddelde geurverwijdering van de combi luchtwassers slechts 40 procent is. Dat is maar de helft van de verwachte 81 procent. Ook de afname van fijnstof en ammoniak valt veel lager uit. 

Veehouders hebben, al dan niet verplicht, grote sommen geld gestoken in de techniek. Janus Scheepers, melkveehouder en regiovoorzitter ZLTO, is een van de vele boeren die zich bekocht voelt. "Toen het onderzoek van de WUR naar buiten kwam, moest ik meteen denken aan de sjoemelsoftware waarmee ze dieselauto's schoner laten lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Een eigenaar koopt zo'n wagen met het idee dat hij milieuvriendelijker rondrijdt. Met dezelfde gedachte hebben we vele tonnen geïnvesteerd in luchtwassers."

Geurnormen
De overheid heeft vergunningen aan veehouders verstrekt op basis van de veronderstelde werking van luchtwassers. Nu die tegen blijkt te vallen, komen er nieuwe normen en regels. Scheepers rekent niettemin op samenwerking met de overheid. "De boeren hebben echt hun best gedaan om te voldoen aan de geurnormen. Het is een fout die ons is overkomen. We hebben daarom nu een overgangsfase nodig om de combi luchtwassers door te ontwikkelen en efficiënter te maken." 

Domper
De conclusie van WUR is een flinke domper voor hem en zijn collega-veehouders. De motivatie om te blijven investeren, loopt een deuk op, aldus Scheepers. Maar de luchtwasser is volgens hem niet de enige techniek om de uitstoot van veestallen te verminderen. "We kijken heus niet alleen naar de uitlaat", zegt Scheepers. 

Minder dieren op het platteland om de emissie te verminderen, zoals burgerplatforms voorstellen, vindt Scheepers onzinnig. "Het gaat niet om de hoeveelheid dieren. Het zit vooral in de manier hoe je dieren houdt." Hij verwacht dat betere stalsystemen en vloertechnieken de uitstoot van geur, ammoniak en fijnstof op termijn tegen kunnen gaan. Ook het gebruik van sensoren op de stal kan helpen. "Meten is weten", aldus Scheepers.

Mestverwerking
Ook zou mestverwerking meer ruimte moeten krijgen, stelt de melkveehouder. De organische mest zou de energie vretende kunstmest kunnen verdringen waardoor veel milieuwinst wordt gehaald. "Het is ons streven om een circulaire economie te realiseren. We bezitten het vakmanschap om efficiënt met grondstoffen om te gaan. We genieten in Nederland een voorsprong op landbouwgebied, die willen we graag  benutten om de rest van de wereld mee te voeden."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.