Verzorger Gerard Spierings was in aanloop naar het vertrek druk bezig met pakken. “We moeten echt heel veel spullen meenemen.” Naast energierepen, dorstlessers, extra voeding en extra drinken gaan er bijvoorbeeld ook veertig dozen met vijftig bidons mee. 

De vrachtwagen die op woensdag aankomt in Frankrijk is te klein om alles mee te nemen. Een busje, afgeladen vol, rijdt daarom achter de vrachtwagen aan. Spierings, oorspronkelijk ingenieur van beroep, laat niets aan het toeval over. “We rekenen per renner uit hoeveel we nodig hebben. We maken een plan, dat is volledig uitgewerkt op papier.”

De tekst gaat door onder de video.

Verschil met de Tour

De uit Schijndel afkomstige Spierings kijkt uit naar de Tour, al is zijn werk ‘op zich’ niet anders dan bij andere wielerrondes. “Maar er is veel meer druk, er zijn veel meer mensen. In de Ronde van Zwitserland hebben we zes man staf, in de Tour zijn het er twaalf. Er is ook veel meer aandacht van de media. In Zwitserland kun je in de luwte werken, nu is er veel meer stress.”

Mecanicien Dirk van de Ven ziet het niet anders. “Voor ons is het werk hetzelfde. Maar de belangen voor renners en de ploeg zijn groter. Wij zijn met ongeveer dezelfde groep als normaal en we zijn echt alleen met werk bezig. Daarom krijgen wij ook niet veel mee van de gekte.”

Stress

“We moeten zorgen dat alles perfect op orde is, maar dat willen we bij iedere wedstrijd”, geeft Van de Ven aan. De mecanicien uit Den Bosch is in aanloop naar de grote ronde ontspannen. “We zorgen er zelf voor dat we geen stress hebben. We zijn op tijd begonnen en alles liep op rolletjes.”

Spierings krijgt de gekte tijdens de Tour wel mee. En dat maakt dat hij de drie weken in Frankrijk zo mooi vindt. “Ik vind het wel leuk om in die stress te werken. Het is eens wat anders. Bij een klein rondje achteraf sta je in je eentje, dan hebben weinig mensen interesse. Hier komt alles op je af. De commotie, het circus, is mooi om mee te maken.”