Waarom sterven hommels massaal onder lindebomen? Frans Kapteijns beantwoordt vragen in Stuifm@il
Groene kikker
Op de foto van Henry Versleeuwen zie je vaag een kikker zitten. De vraag is wat voor een kikker dit is. Zo te zien een groene kikker. Toch is het lastig om dit met zekerheid te zeggen, want het zijaanzicht zegt veel meer. Als ik de zijkant kan zien, kan ik zien of de kikker een bruine wang heeft. Dan is het zeker een bruine kikker. Bruine kikkers hebben een zeer variabele kleur, van zeer donkerbruin tot aan donkergroen. Groene kikkers zijn altijd groen en hebben die bruine wangen niet. Toch denk ik dat dit een groene is, omdat de snuit wat spits is.
Pop van een lieveheersbeestje
Op de foto die Hannie de Rooij me stuurde, zie je een oranje bolletje of druppel met zwarte stippen. Dit is vermoedelijk de pop van een lieveheersbeestje. Het vrouwtje van het lieveheersbeestje legt eitjes, uit die eitjes komt een larve en die larve wordt een pop. Zo’n pop zie je hier dus op de foto en die pop lijkt heel veel op de larve. De larven lijken van afstand op kleine rupsjes, maar ze hebben zes kleine looppootjes aan de voorzijde. Larven van veel soorten zijn stekelachtig behaard en hebben felle gele en rode kleuren. De larven van diverse soorten zien er vaak verschillend uit. De pop van een lieveheersbeestje lijkt wat op een druppel en is meer bruin van kleur. Als de lieveheersbeestjes uit hun pop zijn gekomen, hebben ze nog geen stippen.
Stervende hommels
'Buuf' Adeline Besselink las een twee weken terug een artikel in de krant over stervende hommels en zij vraagt zich af wat daar precies aan de hand is geweest. In principe is het een normaal verschijnsel, veel stervende hommels in het begin van juni. Die hommels zijn vrouwtjes die niet bevrucht zijn, dus geen koninginnen. De koninginnen gaan op tijd in winterslaap en komen dus volgend seizoen - meestal al in februari - weer tevoorschijn. De andere vrouwtjes, de werksters, zijn aan het eind van het seizoen klaar met hun werk en verlaten allemaal het volk. Er is dan - net als bij wespen - niets meer over van het volk. Dat valt uit elkaar. Deze vrouwtjes leven dan dus allemaal solo en gaan op zoek naar voedsel. Lindebomen verspreiden zo in eind juni en in juli een zeer sterke en aantrekkelijke geur en daar komen deze vrouwtjes op af. Maar helaas, de geur is wel sterk maar de lindebomen hebben te weinig nectar. Daarom zie je jaarlijks deze massale sterfte van hommels. Bij alle lindebomen, maar het meest onder de uit Zuidoost-Europa afkomstige zilverlinde.
Larve van een lieveheersbeestje
Op foto die ik kreeg van Ben Klemann zie je een arm en op deze arm zit een vreemd wezen met zes poten, een zwarte kop, een oranje lichaam en bovenop wat zwart. Dit is de larve van een lieveheersbeestje. Deze larven lijken - zoals je hier goed kunt zien - van afstand op kleine rupsjes, maar hebben zes kleine looppootjes aan de voorzijde. Van veel soorten zijn de larven stekelachtig behaard en hebben ze felle gele en rode kleuren. Deze larven van diverse soorten zien er vaak verschillend uit. Deze larven kunnen bladluizen vinden door de geur van deze bladluizen, maar op korte afstand zien ze de luizen ook. Oudere larven eten een niet al te grote bladluis zelfs volledig op. Dus ze zijn zeer nuttig in je tuin.
Libellenimf
Op de foto van de stadsimker van Tilburg zie je een bruin wezen aan een stengel hangen. Achter de kop verschijnen twee witte draadjes. Dit is het restant van een libellenimf, in dit geval van een echte libel. Libellen worden namelijk in twee groepen verdeeld: echte libellen en waterjuffers. Echte libellen zijn groot en hebben in een rusthouding hun vleugels gespreid. De waterjuffers zijn klein en hebben in de rusthouding de vleugels samengevouwen achter het lichaam. Dit is dus een nimf van een grote libel. Nadat de vrouwtjeslibellen eitjes hebben afgezet in het water komt er uit zo’n eitje een larve. Deze larven lijken al een beetje op een libelle. Na een periode in het water komen deze larven - dan noemen ze hen nimfen - uit het water en klimmen ze tegen een stengel omhoog. Daar klemmen ze zich vast en dan barst de huid achter de kop open en komt daar een volwassen libel uit. Dit noemen we het uitsluipen van libellen. Eenmaal uit die huid is er enkele uren een hachelijke situatie voor de libel, want zij moeten die opgevouwen vleugels dan nog oppompen. Zodra dit klaar is, vliegen ze er vandoor. Dit geheel noemt men een onvolledige gedaanteverwisseling.