Stuifmail zaterdag 25 augustus: mug, berm, bladpootwants, kolibrievlinder en peterseliebraam

25 augustus 2018 om 09:21
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via [email protected]. Vandaag besteedt Frans aandacht aan de mug, een omgeploegde berm, de bladpootwants,
Profielfoto van de Bekker Peter
Geschreven door
de Bekker Peter

Mug
'W' denkt dat motmuggen wel steken, in tegenstelling tot wat ik vorige week schreef. Maar volgens mij doelt deze 'W' op een andere kleine mug in die grote muggenfamilie. Allereerst de motmuggen: volwassen motmuggen eten vooral organische bestanddelen, bacteriën, schimmels en nectar. Ze leven hooguit twee weken en hebben net als alle muggen een steeksnuit, maar ze kunnen daar absoluut niet mee steken. Volgens mij doelt de heer of mevrouw 'W' op een andere kleine muggensoort uit die grote familie en dat is de knut. 

Dat is wel degelijk een steekmug en deze is bijna net zo groot als de motmug. Motmuggen hebben een lengte van maximaal vijf millimeter, knutten worden maximaal vier millimeter. Knutten hebben stekende monddelen, korte poten en donkere vlekjes op de vleugels waardoor ze veel op motmuggen lijken. Met hun stekende monddelen zuigen vrouwelijke knutten - net als de gewone steekmuggen - bloed van zoogdieren. Hieronder valt ook de mens. Van beiden kleine muggen een foto hier. 

Omgeploegde berm door zwijnen
Bert van Ganzewinkel fietste over de Veluwe en zag daar veel door zwijnen omgeploegde bermen langs fietspaden. Hij vroeg zich af waarom juist langs fietspaden? Dit heeft alles te maken met het rijkere bodemleven langs fietspaden. Langs fietspaden, maar ook langs andere wegen, is de vochthuishouding meestal hoger dan op plekken verder weg. Regenwater stroomt in de regel van de verharde lagen naar de bermen en dus wordt die directe omgeving erg vochtig. Hierdoor ontstaat er ter plekke een betere vegetatie en daardoor een dichter wortelstelsel. Het gevolg daar weer van is dat het bodemleven veel rijker wordt en dus is er daar meer voedsel te vinden voor onze zwijnen.

Bladpootwants
Margriet Geenen vraagt zich af wat voor een insect zij in haar appartement heeft. "Ik heb dit insect in de 25 jaar dat we hier wonen nog nooit gezien. Het zijn er wel honderden en als je het diertje doodt, stinkt het enorm." We hebben hier te maken met hetzelfde insect dat 'Buuf' Adeline Besselink vond, namelijk de bladpootwants. Als je die doodt, dan stinken ze. Dat doen bijna alle wantsen. En dat het er zoveel zijn, kan ook kloppen omdat ze geen natuurlijke vijanden hebben omdat ze pas sinds 2007 in Nederland zijn. Ze kunnen dus veel nakomelingen krijgen. Dat ze in huis komen, klopt ook want in het najaar zoeken de volwassen individuen een plek op om te overwinteren. Vaak gebeurt dit in huizen. In Noord-Amerika - waar ze oorspronkelijk vandaan komen - staan ze ook bekend als pestsoort. Grote aantallen komen daar in de huizen, net zoals bij de familie Geenen. In principe doen bladpootwantsen niets, maar ze blijven niet in hun schuilplaats zitten zoals lieveheersbeestjes. Die overwinteren ook vaak met vele honderden in huizen.

Kolibrievlinder
Op de zeer vage foto van Peter de Vaan zie je - als je goed kijkt - een insect voor een bloem hangen. Als je die een beetje dichtbij haalt, kun je zien dat het een kolibrievlinder is en dus geen bij of wesp, zoals Peter dacht. Dit jaar zijn er overigens heel veel kolibrievlinders gemeld. Wellicht heeft dit te maken met de extreem hoge temperaturen, want in principe zijn dit trekvlinders die in mindere mate ons land aan doen.

Peterseliebraam
Op de foto die ik kreeg van Hannie van Rosendaal zie je een braamsoort met heel veel stekels. Hannie vraagt zich af of het inderdaad een braam is en of de vruchten eetbaar zijn. Heel grappig dat zij deze foto stuurt, want ik had ook zo’n foto kunnen sturen. Ik heb dezelfde soort in de tuin staan. De soort die Hannie van Rozendaal en ik in de tuin hebben staan, heet peterseliebraam. Deze peterseliebraam is een van de vele soorten wilde bramen die vanuit Nederlandse tuinen verwilderd is en ook voorkomt in in bossen, heggen en op ruigere terreinen. Het grappige (of niet) is dat deze peterseliebraam vanuit Europa verspreid is naar Noord-Amerika waar het een invasieve, plaagvormende soort geworden is, zoals de Amerikaanse vogelkers hier. Oh ja, de bramen van deze peterseliebraam zijn heerlijk. Zelfs lekkerder dan die van de gewone braam.

Watersnippen
Coen van Raaij filmde een paar foeragerende watersnippen bij de Kleine Vilt in Oeffelt.
[YouTube:https://youtu.be/QdNwMBIyJWU]
Wolvenpoep
BIJ12 en WENR maken bekend dat er twee nieuwe wolven zijn geïdentificeerd door DNA-onderzoek. Na diverse zichtwaarnemingen in het noordelijke deel van de Veluwe is de laatste maanden intensief veldonderzoek gedaan naar de aanwezigheid van een wolf. Vrijwilligers van Wolven in Nederland hielden kilometers aan zandpaden in de gaten op kenmerkende aanwijzingen: wolvenkeutels. Zie jij een wolf of het spoor van een wolf? Geef dit dan, ondersteund met foto’s of film, door aan Wolven in Nederland

Dood hout moet!
Het aantal soorten doodhoutkevers in Nederland lijkt toe te nemen. De afgelopen jaren zijn er veel soorten als nieuw voor Nederland vastgesteld. Helaas is er de laatste jaren een kentering te bespeuren. Onder meer door de toegenomen vraag naar hout voor energieopwekking wordt er meer dood hout uit de bossen verwijderd. Dat schaadt de biodiversiteit van de Nederlandse bossen.

Natuurtip

Zondag 28 augustus kunnen natuurliefhebbers deelnemen aan een natuurwandeling door het Zaartbos. Deze begint om twee uur 's middags en duurt tot vier uur. Het Zaartbos - niet te verwarren met het Zaartpark - is in 1987 aangelegd in het beekdal van de Aa of Weerijs. Het bos werd in 1991 opengesteld, als natuurcompensatie voor de bouw van een omvangrijk kantoorgebouw met een groot parkeerterrein in het beekdal. De beek komt vanuit België bij Wernhout Nederland binnen en mondt in de stad Breda uit in de Mark. Het bos is, net als het Zaartpark, genoemd naar het beekje de Zaart, dat vanuit het Mastbos naar de Aa of Weerijs loopt.

Het gebied kan, zeker na regenval, flink drassig zijn. Het dragen van laarzen of waterdichte schoenen wordt dan ook aanbevolen.

De wandeling start bij het vuilrooster over Weerijs. Dit is te bereiken via de parallelweg bij de Graaf Engelbertlaan in Breda. De vertrekplaats behoeft enige uitleg. De bedoelde brug ligt aan de parallelweg, die aan de zuidkant van de Zuidelijke Rondweg - de Graaf Engelbertlaan - loopt. Voor fietsers is deze brug van twee kanten te bereiken, voor automobilisten alleen via de Ruitersboslaan. Onder aan de helling moet je van het viaduct afslaan.

Voor meer informatie kun je het IVN mailen. 

 

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.