Hoe was het om in een internaat te wonen? Brabanders delen hun mooie en verdrietige ervaringen

19 maart 2019 om 17:34
nl
"We worden overladen met reacties, meer dan 350 binnen een week vind ik veel. Er worden zelfs al reünies georganiseerd door mensen die elkaar via ons gevonden hebben." Directeur René Bastiaanse van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) in Den Bosch is heel tevreden over de respons op de oproep om verhalen te delen over de ervaringen op rooms-katholieke kostscholen in onze provincie.
Profielfoto van Jacqueline Hermans
Geschreven door
Jacqueline Hermans

"Wat me vooral opvalt, is dat de verhalen zo sterk verschillen. Natuurlijk vertellen mensen ook nu over het misbruik, over verdriet, heimwee en eenzaamheid", vertelt Bastiaanse. "Maar voor een ander was het een fantastische tijd, bij geweldige zusters, waaruit vriendschappen voor het leven groeiden."

Structuur was een zegen of een dwangbuis
Waar mensen ook veel over vertellen, is de dagorde, de structuur in het internaat. "Voor de een was dat een zegen, voor de ander een enorme dwangbuis", maakt Bastiaanse op uit de reacties. De geestelijken vervielen soms wel in regelzucht. "Een vrouw vertelt over een meisjesinternaat waar één keer per week werd gedoucht. Er klonk een belletje voor het inzepen, voor het afspoelen, voor het afdrogen en weer een belletje om uit het hokje te komen."

Dat had niet alleen met efficiëntie te maken. "Het waren natuurlijk katholieke instellingen en zaken als lichamelijkheid en seksualiteit waren taboe. Dus je moest dan zeker niet te lang onder de douche staan."

Praktische en religieuze redenen voor kostschool
Die overduidelijke katholieke inslag was natuurlijk voor veel ouders juist de reden om hun kinderen naar een dergelijk internaat te sturen. "Andere redenen waren praktisch. Dan woonde het kind met een goed stel hersenen te ver van de school om op en neer te reizen. Of was een groot gezin blij dat er thuis een mondje minder te voeden was. Maar ook deugnieten, rebelse kinderen gingen naar kostschool in de hoop dat ze bijgestuurd werden."

De kwaliteit van het onderwijs was doorgaans goed, maar het soort onderwijs verschilde. "Voor sommigen was het een huishoud- of ambachtsschool, je had ook het ulo (uitgebreid lager onderwijs, red.), de mms (middelbare meisjesschool, red.), het gymnasium en het klein seminarie, waarbij de familie vaak hoopte dat de zoon het tot priester zou schoppen. Want dat was in die jaren een enorme eer. De jongen zelf dacht daar overigens vaak anders over."

Wachten op privacy instellingen...

Vervolg in de maak
Uit de reacties blijkt overigens dat het BHIC vijf internaten over het hoofd had gezien, dus die worden nog toegevoegd. En het thema zal later nog worden uitgebreid met oproepen voor verhalen over opvoedinternaten voor bijvoorbeeld kermis- en scheepskinderen, kostscholen voor doven en blinden en vakantiekolonies voor de 'bleekscheetjes' die goed voedsel en zonlicht nodig hadden.

LEES OOK: Hemel of hel op aarde? Op zoek naar ervaringen op Brabantse kostscholen

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.