Minister onderzoekt no cure no pay-bedrijven: Brabant was er als eerste bij

25 maart 2020 om 19:00
nl
Minister Sander Dekker doet onderzoek naar no cure no pay-bureaus. Dat zijn bedrijven die burgers helpen protest aan te tekenen als ze denken dat de gemeente de waarde van hun huis te hoog heeft ingeschat. Een van de oudste bedrijfjes staat in Boxmeer.
Profielfoto van Pim Windhorst Peter
Geschreven door
Pim Windhorst Peter

Previcus, zo heet het Boxmeerse bureau, trok in 2018 de aandacht met een bijzondere vorm van sponsoring. Verenigingen kregen 15 euro voor elk lid dat door Previcus een bezwaarschrift liet schrijven tegen de onroerend zaakbelasting (OZB).

Gemeente betaalt
Als zo'n burger gelijk krijgt, moet de gemeente de no cure no pay-bedrijven een vergoeding betalen. Dat is blijkbaar aantrekkelijk want er zijn steeds meer van zulke bedrijfjes. Inmiddels komt een derde van de OZB-bewaarschriften uit de computers van de bedrijven rollen en de afgelopen jaren steeg dat aantal voortdurend.

Veel gemeenten vinden het prima dat inwoners in beroep gaan tegen de OZB. Maar ze vinden dat de bureaus de regels gebruiken 'om met een minimale inspanning een maximale omzet te genereren', aldus een reactie van de BWB, de Belastingsamenwerking West-Brabant die voor elf gemeenten werkt.

Kamervragen
De opmerkelijke sponsormethode van Previcus - het bedrijf zegt er inmiddels mee gestopt te zijn - trok in 2018 de aandacht van CDA-kamerleden. Die schreven erover in kamervragen. Daarop besloot minister Sander Dekker, minister van Rechtsbescherming, nader onderzoek te doen naar het verdienmodel van de no cure no pay-bedrijven.

Een Gronings onderzoeksbureau is daar nu mee bezig. Als het coronavirus niet te veel roet in het eten gooit, is hun rapport deze zomer klaar.

Verdienmodel
De Belastingsamenwerking West-Brabant: "We blijven het verdienmodel van de no cure no pay-bureaus aan de orde stellen, aanpassing van de wet en regelgeving is het uitgangspunt."

Op hun websites benadrukken de No Cure No Pay-bedrijven dat alles gratis en kostenloos is. De gemeenten betalen wel degelijk.
Op hun websites benadrukken de No Cure No Pay-bedrijven dat alles gratis en kostenloos is. De gemeenten betalen wel degelijk.

Jacques Vugts heeft in Den Bosch zijn bedrijf Kosteloos Bezwaar.nl. Volgens zijn website is een gemiddelde besparing van ruim 250 euro per jaar haalbaar. Zijn bedrijf bestaat zes jaar en naar eigen zeggen verstuurt hij elk jaar zo'n duizend bezwaarschriften.

16.000 bezwaarschriften per jaar
Previcus in Boxmeer was het eerste bedrijf in Nederland in de no cure no pay-branche. Opgericht in 2003 door directeur Michel Uyen schrijft Previcus nu zo'n 16.000 bezwaarschriften per jaar, zowel voor particulieren als voor bedrijven.

Jacques Vugts noemt de kritische reacties van de gemeenten 'hypocriet'. "Er gaat nog veel mis bij de gemeenten. In bijna de helft van de gevallen krijgen klagers gelijk. Dankzij ons soort bureaus kunnen burgers weerwerk bieden. Het is goed dat we er zijn." Hij verwacht niet dat minister Dekkers het hele systeem op zal heffen.

'Gemeenten hebben last van ons'
Uyen noemt het onzin dat bezwaarschriften zomaar uit de computer rollen. "Ik heb hier 38 mensen in dienst, een goed bezwaarschrift kost tijd. Maar de gemeenten hebben echt last van ons. Daar zijn ze boos over."

Wachten op privacy instellingen...

Als Dekkers de vergoeding voor no cure no pay-bedrijven verlaagt, valt de bodem onder Uyens bedrijf weg. Maar hij denkt niet dat het zo ver zal komen. "We hebben hier een hartstikke mooi bedrijf. We helpen burger die er anders niet uitkomen."

Vugts denkt er hetzelfde over. Maar anders zijn er volgens hem nog andere mogelijkheden om aan de kost te komen. "Je kunt ook een vergoeding claimen als je burgers helpt met bezwaar maken tegen een parkeerboete of een bekeuring. Of als je een bezwaarschrift schrijft voor de BPM, de belasting op nieuwe auto's en motorfietsen. Hier wordt al zo lang over gepraat, wij laten ons niet gek maken."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.