Vaker inbraken in schuren en garages dan in huizen door coronacrisis

27 juni 2020 om 05:00 • Aangepast 3 juli 2020 om 15:54
nl
Inbrekers hebben hun aandacht verlegd naar opslagruimtes, schuren en garages omdat mensen na het begin van de coronacrisis vaker thuis waren. In Brabant steeg dit soort inbraken afgelopen maanden fors boven het aantal woninginbraken uit.
Profielfoto van Frits van Otterdijk
Geschreven door

De kentering ontstond in april. Toen telde de politie in Brabant 240 inbraken in garages en schuren, tegenover 211 woninginbraken. In mei liep het verschil nog verder op: 335 inbraken in bijgebouwen tegenover 186 woninginbraken.

Daarmee volgt de provincie de landelijke trend. In de eerste vijf maanden van dit jaar werd in Nederland 5500 keer ingebroken in gebouwen die los staan van een woonhuis, bijna acht procent meer dan een jaar eerder.

Telling
Als een inbreker toeslaat in een garage die aan een woning vastzit, telt de politie dit als een woninginbraak. Normaal gesproken wordt er veel vaker ingebroken in woningen dan in schuren en garages. In mei kwamen beide vormen van inbraak vrijwel even vaak voor in Nederland. Dat was voor het eerst sinds 2012, toen de politie begon met deze telling. Waarbij in Brabant dus de teller nog verder doorsloeg naar inbraken in bijgebouwen.

Hoe zit in jouw gemeente? Bekijk het op deze kaart:

Wachten op privacy instellingen...

Zakkenrollers
Dat het aantal inbraken in schuren en garages is toegenomen is opvallend, gezien de criminaliteitscijfers sinds maart juist flink daalden door de coronapandemie.

Zakkenrollers en fietsendieven slaan minder vaak toe en ook het aantal woninginbraken daalde de afgelopen maanden dus fors. Wel signaleert de politie meer gevallen van fraude en worden er meer mensen het slachtoffer van cybercriminaliteit. Ook het aantal meldingen van jeugdoverlast steeg.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.