Ruimte voor mestfabrieken is schaars, provincie en gemeente Oss in discussie bij Raad van State

10 augustus 2020 om 19:00 • Aangepast 17 augustus 2020 om 15:34
nl
Brabant staat vol met poepende beesten. Maar fabrieken die mest willen verwerken, lopen tegen lange procedures aan. Bij de Raad van State in Den Haag stonden maandagmorgen de provincie en de gemeente Oss tegenover elkaar, ook weer over zo'n mestverwerkingsfabriek. "Oss frustreert het beleid van de provincie," aldus advocaat Hans Besselink in zijn betoog.
Profielfoto van Peter Pim Windhorst
Geschreven door
Peter Pim Windhorst

Varkensboer Frans Meulenmeesters uit Elsendorp zat met een zuinige blik in de zaal. Hij probeert al 11 jaar MACE van de grond te krijgen: een mestfabriek die met een capaciteit van 500.000 ton mest per jaar de grootste van Brabant moet worden. Tot nu toe zit hij vast in een wirwar van procedures. De stront van zijn varkens verwerkt hij nu op een andere, volgens hem duurdere manier.

Elzenburg
Bedrijventerrein Elzenburg in Oss staat volgens de regels open voor bedrijven uit de zwaarste milieuklasse. Eind 2018 besloot de gemeenteraad dat mestverwerkers er niet welkom zijn. De politici verwezen naar de maatschappelijke ophef die in Oss oplaaide over de mestfabriek van Frans Meulenmeesters.

De provincie trok vervolgens aan de noodrem. Er zijn maar weinig plekken in de provincie waar mestverwerking mogelijk is terwijl Brabant dus wel tegen een enorme berg mest aanhikt. Oss kan niet zomaar de regels veranderen, aldus de provincie.

Niet te overzien
Volgens de gemeente Oss wordt MACE zó groot dat de gevolgen voor stank in de omgeving en de gezondheid van inwoners nog niet zijn te overzien. Daarom heeft de gemeente de deur dichtgegooid. En daarover is er nu een conflict met de provincie.

Mocht de Raad van State over zes weken de provincie gelijk geven, dan is Meulenmeesters nog niet klaar. De varkensboer heeft ook met diezelfde provincie een akkefietje lopen. Die vindt dat er een Milieu Effectrapportage over MACE moet komen. Meulenmeesters heeft daar bewaar tegen aangetekend. Dat geschil kan tot nog een procedure bij de Raad van State leiden.

Mest is vooral water
Sinds 2014 zijn boeren verplicht mest die ze niet op hun land uit mogen rijden te verwerken. Drijfmest bestaat vooral uit water. De manier waarop is niet overal hetzelfde maar mestfabrieken dikken de drijfmest in en maken er korrels van die als bodemverbeteraar over de hele wereld kunnen worden verkocht.

Het Centrum voor Mestverwaarding in Middelbeers, een mede door de overheid opgericht kenniscentrum, pleit er daarom voor mest niet langer als afval maar als een waardevolle grondstof te behandelen.

Meer plannen
In Brabant loopt naast MACE nog een aantal initiatieven. Sinds 2015 probeert Biomineralen een mestverwerker op poten te zetten in Roosendaal. Directeur Lodewijk Burghout verwacht snel een uitspraak van de Raad van State. Als die positief voor hem is, kan het bedrijf volgend jaar draaien.

Twee broers uit Moergestel kregen in 2018 definitief toestemming om jaarlijks 100.00 ton mest te verwerken. Door procedures hadden ze tien jaar oponthoud. Ze denken dat hun bedrijf volgend jaar draait.

Zitta Biogas bouwt binnenkort een installatie in Tilburg voor biogas door het vergisten van mest.

Stikstof
Meulenmeesters denkt dat mestverwerking een belangrijke rol kan spelen in de stikstofdiscussie. "Als mest regelmatig bij de boer wordt opgehaald, ontsnapt er minder stikstof uit de mestkelder."

De Brabantse Milieu Federatie wijst mestverwerking af. Volgens de milieuorganisatie is er zo veel mest omdat er te veel beesten zijn. Het mestoverschot zou moeten aangepakt door het aantal beesten op de boerderijen te verminderen.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.