Varkensboer Jan (59) maakt gebruik van regeling en stopt na 36 jaar, maar vrijwillig voelt het niet

18 oktober 2020 om 11:28 • Aangepast 18 oktober 2020 om 19:00
nl
Met pijn in het hart stopt de 59-jarige Jan Rooijakkers uit Oostelbeers als varkenshouder. Als een van de boeren in Brabant maakt hij gebruik van een regeling zijn bedrijf op te heffen, waardoor stankoverlast vermindert. Daar krijgt hij weliswaar twee derde van de waarde van zijn bedrijf voor terug. "Maar", zegt hij, “het voelt alsof ik word gedwongen.”
Profielfoto van Joris van Duin
Geschreven door
Joris van Duin

Het is zijn lust en zijn leven: het houden van dieren op een eigen boerderij. Rooijakkers voelt zich dan vrij. Het is hem met de paplepel ingegoten. Zijn ouders bestierden decennia lang een rundveehouderij, al liep er eigenlijk vanalles rond. “Het is prachtig om bij de geboorte van die dieren te zijn. Ervoor te zorgen en ze gezond af te leveren”, legt Rooijakkers het mooie aan zijn vak uit.

Van die ‘prachtbaan’, zijn stallen en 350 varkens die in Sint-Oedenrode staan, neemt hij binnenkort afscheid. Rooijakkers maakt gebruik van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen en stopt. Deze zogeheten ‘warme sanering’ is in het leven geroepen om geuroverlast tegen te gaan en de natuur te beschermen.

“Ik was graag tot mijn pensioen doorgegaan."

Zoals Rooijakkers zijn er meer boeren. Alleen al in de gemeente Meierijstad is bij 42 varkenshouders de subsidieaanvraag goedgekeurd. Daarmee verdwijnt 29.000 vierkante meter aan stallen. In heel Nederland voldoen 407 boeren aan de subsidie-eisen. In totaal is er 455 miljoen euro mee gemoeid.

Hoeveel geld Rooijakkers krijgt, wil hij niet zeggen. Maar over waarom hij de regeling omarmt, doet de inwoner uit het Kempendorp wel een boekje open. Het heeft volgens hem te maken met provinciale regels.

Oorspronkelijk moesten varkensboeren hun stallen verduurzamen om in 2028 aan nieuwe milieueisen te voldoen, het jaar waarin Rooijakkers met pensioen zou gaan. Maar de provincie besloot die datum naar voren te halen. Bedrijven moeten óf in 2024 aan strengere milieueisen voldoen en daar vaak fors voor investeren. Óf er de brui aan geven. Die regelgeving is voor Rooijakkers het zwaard van Damocles.

“Uiteindelijk bekijk je alle opties, reken je de financiële gevolgen door en is dit voor mij het beste.”

“Ik was graag tot mijn pensioen doorgegaan. Maar als ik nu fors moet investeren om aan de nieuwe eisen te voldoen, haal ik die kosten er nooit meer uit. Het is als ondernemer heel erg frustrerend als afspraken eenzijdig worden aangepast. Stoppen doe ik niet vrijwillig, het voelt alsof ik gedwongen word.” Toch staat Rooijakkers achter zijn keuze. “Uiteindelijk bekijk je alle opties, reken je de financiële gevolgen door en is dit voor mij het beste.”

Een rationele keuze dus, die Rooijakkers frappant genoeg al eens eerder maakte. Toen hij in 1984 als veehouder begon, stond het bedrijf nog in zijn geboortedorp Oostelbeers.

"Ik moet nog maar zien of ik me als 60-jarige op de arbeidsmarkt kan wagen.”

Acht jaar geleden maakte hij gebruik van een soortgelijke saneringsregeling die in het leven was geroepen om natuur te beschermen. Rooijakkers liet het boerenbedrijf slopen, kreeg honderd procent van de getaxeerde waarde en kocht daarmee zijn huidige stallen in Sint-Oedenrode.

Maar ook die gaan volgend jaar dus tegen de vlakte. Daarvoor in de plaats komt vermoedelijk een huis te staan. Het is dan ook aftellen geblazen voor Rooijakkers’ 350 varkens, tot ze komend jaar rijp zijn voor de slacht. Hoe Rooijakkers daarna zijn dagen vult? “Dat weet ik nog niet. Ik moet nog maar zien of ik me als 60-jarige op de arbeidsmarkt kan wagen.”

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.