Video

Het is geen plantje en geen paddenstoel, maar wat wel? Frans Kapteijns geeft antwoord in Stuifm@il

15 november 2020 om 09:29 • Aangepast 16 november 2020 om 10:32
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt hij aandacht aan vliegende spinnen, een prachtige slijmzwam en een warm welkom voor wilde kat in Brabant.

Is dit een plantje of een paddenstoel?
Pieter Hermsen stuurde mij een foto met de vraag of er zich een plantje of een paddenstoel bevindt op de boomstronk die hij fotografeerde. Nou... allebei niet. Op de foto zie je een aantal groene bekertjes op groene steeltjes en dus hebben we hier te maken met korstmossen. De naam van deze korstmos is bekermos of cladonia. Het woordje mos in de naam is verwarrend, want bekermos is geen mos. Het is zelfs geen familie van mos. Mossen zijn kruidachtige, meestal groene landplanten die vaak stengels en bladen hebben. Korstmos bestaan in feite uit twee organismen: een schimmel en een alg, maar dit kan ook een blauwwier zijn. Er zijn soorten bij die met de drie genoemde soorten een korstmos vormen. We noemen dit een symbiose. In totaal kennen we over de wereld zo’n 350 soorten korstmossen waarvan er zo'n vijftig voorkomen in Nederland.

Veel spinrag van kleine hangmatspinnen (foto: Paul Holster).
Veel spinrag van kleine hangmatspinnen (foto: Paul Holster).

Een weiland vol spinnenrag en vliegende spinnen
Op de foto die Paul Holster naar mij stuurde, zie je weilanden en zelfs paaltjes vol spinnenwebben. Meestal zie je dit in de herfst rond eind oktober en begin november. Kleine hangmatspinnen - en dat kunnen er veel zijn - willen dan wegtrekken uit een te druk gebied. Ze kruipen dan naar het hoogste punt in de omgeving. Dit kan een grassprietje of een struik zijn, maar ook een paal of zelfs een heel hekwerk. Eenmaal op dit hoogste punt aangekomen, maken die kleine hangmatspinnen met heel veel spinrag een soort omgekeerde parachute. Dit doen ze al vroeg in de ochtend. De herfstzon warmt de boel in dat gebied op, waardoor er een opstijgende lucht ontstaat. Met die opstijgende lucht en de wind gaan die kleine hangmatspinnen mee en zo vliegen ze naar een andere plek. Dat kan een aantal meters verderop zijn, maar soms gaat het om echt grote afstanden.

Een grote sponszwam (foto: Henriëtte Spitters).
Een grote sponszwam (foto: Henriëtte Spitters).

Een paddenstoel die op een spons lijkt
Henriëtte Spitters kwam in de Handelse bossen een paddenstoel tegen die op een spons lijkt. Dit kun je op haar foto ook goed zien. Dit is een grote sponszwam. Deze geel tot donker geelbruine grote sponszwammen hebben met de veel gelobde vertakkingen een bloemkoolachtige structuur en lijken zo heel veel op sponzen. Ze komen redelijk veel voor in Brabant, want ze groeien op zandgronden. Vooral in open bossen. Je treft ze dan redelijk veel aan bij grove dennen, aan de voet van de boomstammen of op boomstompen. Daarnaast kun je ze aantreffen op stompen van andere naaldbomen zoals van de fijnspar, de lariks of de Douglas-spar.

Grote eicocon van de wespspin (foto: Karin van de Rijdt).
Grote eicocon van de wespspin (foto: Karin van de Rijdt).

Een spinnencocon die op een omgekeerde luchtballon lijkt
Karin van de Rijdt stuurde mij een foto waarop een soort ingesponnen bol in een soort spinnenweb te zien is. Ze vraagt zich af wat dit is. Als je met een beetje fantasie naar deze foto kijkt, lijkt deze bol op een omgekeerde luchtballon dus hebben we te maken met een cocon gevuld met eitjes van de wespspin. Na de paring wordt meestal het mannetje direct ingesponnen door het vrouwtje en later opgegeten. Een maand na de paring - meestal eind augustus, begin september - maakt het vrouwtje een grote geelwitte cocon waarin de eitjes worden afgezet. Die grote cocons van wespspinnen zie je meestal hangen tussen grashalmen, pitrushalmen of struiken. Zo’n grote cocon van de wespspin kan wel honderden eitjes bevatten. Het vrouwtje blijft hier in de buurt en bewaakt haar kroost tot ze sterft. Een maand nadat de cocon gesponnen is, komen de jonge spinnetjes uit de eitjes, maar die blijven in de grote cocon. Ze overwinteren dus in die cocon en komen zo rond maart van het jaar daarop uit de cocon gekropen.

De koninginnenpage (foto: Michel van Kessel).
De koninginnenpage (foto: Michel van Kessel).

De mooiste dagvlinder van ons land
Op de foto die Michel van Kessel mij stuurde, zie je een van de mooiste dagvlinders van Nederland: de koninginnenpage. Dit is nog steeds een vrij zeldzame vlinder, maar de koninginnenpage komt de laatste jaren wel meer voor dan voorheen. Dit heeft te maken met de opwarming van de aarde. Verder biedt het inzaaien van kruiden in bermen extra kansen voor deze mooie vlinder. De rupsen van deze prachtige dagvlinder kom je op diverse schermbloemigen tegen en die kom je massaal tegen in de Brabantse bermen. Wilde peen is een voorkeursplant, maar ook bevernel, engelwortel, dille, pastinaak en venkel zijn populair. Ook de gecultiveerde peen is een waardplant voor deze rupsen. De volwassen dagvlinder, ook wel imago genoemd, heeft een spanwijdte van maximaal 75 millimeter. Daarmee is dit de grootste dagvlinder in Nederland. Volwassen koninginnenpages gaan niet echt meer op zoek naar voedsel. Ze leven ook maar enkele weken. Zij zoeken vooral naar partners om te paren. Na de paring zetten de vrouwtjes maximaal 500 eitjes af op verschillende planten van de schermbloemenfamilie.

Wachten op privacy instellingen...

Cameraval opnamen van bosmuizen – Gerrit Lammers
Gerrit Lammers maakte bovenstaand filmpje van bosmuizen. Deze dieren zijn vooral herkenbaar aan de opvallende holen die ze graven. Voor die holen ligt vaak veel - vaak geel - zand. In dit filmpje zie je twee bosmuizen actief rond hun hol. Ook zie je dat een konijn langs het hol loopt en even graaft in het zand voor het hol. Bosmuizen zijn alleen in het donker actief. Tussen een en vier uur 's nachts en drie uur voor zonsopgang.

Een rups van de ligusterpijlstaart (foto: Rob S.).
Een rups van de ligusterpijlstaart (foto: Rob S.).

Een heel lange rups die gifgroen van kleur is
Op de foto die Rob S. mij stuurt, zie je een groene grote rups met paarse en witte dwarsstrepen en op het eind een zwarte punt of pijl. We hebben hier dan ook te maken met een rups uit de mooie pijlstaartenfamilie, de ligusterpijlstaart. Zoals de naam het al verraadt, komt deze maximaal negen centimeter lange rups vooral voor op en in ligusterstruiken of -hagen. Daarnaast zie je ze ook wel eten van andere struiken, zoals sneeuwbal, Gelderse roos, vlier en sering. Maar ook van essenbomen. Je kan deze ligusterpijlstaartrupsen tegenkomen van juli tot aan begin november. Daarna kruipt de rups de grond in om daar te overwinteren als pop. Bij de Vlinderstichting hebben ze tot tweemaal toe ligusterpijlstaartrupsen ontdekt op een diepte van meer dan dertig centimeter.

Het glanzend druivenpitje (foto: Jules Andela).
Het glanzend druivenpitje (foto: Jules Andela).

Geen paddenstoel en geen eitjes
Op de foto die Jules Andela naar mij stuurde, zie dat je op mos een soort geelbruine eitjesachtige vormen. Naar mijn idee zijn dit echter geen eitjes en ook geen paddenstoelen, maar een myxomyceet ofwel slijmzwam met de naam 'glanzend druivenpitje'. Ik heb er een foto van mijzelf bij gedaan waarop ook de steeltjes van dit glanzend druivenpitje te zien zijn. Deze slijmzwam kun je tegenkomen op dood blad, op mossen en op afgevallen takjes. Daarnaast - maar dan op enkele centimeters boven de grond - op levende kruiden en stammetjes van bomen.

Natuurtip
Langzaam maar zeker breidt het verspreidingsgebied van de wilde kat zich uit vanaf de - verzadigde - natuurgebieden van de Eifel en de Ardennen. Jonge dieren trekken hier weg op zoek naar een eigen leefgebied en een partner. In Zuid-Limburg is dit al goed waar te nemen. De wilde kat is geen verwilderde huiskat, maar een aparte soort die lang uit ons land weg was, maar nu terug is en op weg is naar Brabant.

In het zuidoosten van Noord-Brabant zijn met cameravallen de eerste waarnemingen van de wilde kat al gedaan, bijvoorbeeld op de Strabrechtse heide in 2015 en 2018. En enkele jaren eerder werd een exemplaar gespot in het Limburgse deel van het naburige Kempen~Broek. Deze waarnemingen zeggen niet dat de ontwikkeling van een populatie wilde kat in Brabant op korte termijn werkelijkheid is, maar het betekent wel dat we ons moeten voorbereiden op de terugkeer van deze spectaculaire soort. Meer informatie vind je op de website van de Zoogdiervereniging. Stichting Ark heeft) beelden van (jonge) wilde katten.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.