Video

Snot van heksen of reststof van sterren? Frans Kapteijns geeft antwoord in Stuifm@il

20 december 2020 om 09:03 • Aangepast 20 december 2020 om 11:29
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt hij aandacht aan doortrekkende watersnippen, een slijmzwam of sterrenschot en vraagt hij zich af wie een boom zo gehavend heeft.

Is deze geleiachtige doorzichtige substantie een slijmzwam of is het sterrenschot?
Op de foto van Monique Timmermans zie je een doorzichtige, geleiachtige substantie. Zij vraagt zich af of dit een slijmzwam is of heksensnot. Volgens mij is dit geen slijmzwam, maar sterrenschot. Persoonlijk gebruik ik dit woord liever dan heksensnot. Heksensnot is een woord dat de laatste jaren wordt gebruikt, maar voorheen werd sterrenschot gezegd. Dit woord stamt al uit de zeventiende eeuw, omdat mensen toen echt dachten dat dit reststoffen waren van de sterren. In werkelijkheid is sterrenschot braaksel van reigers en bunzingen enzovoorts. Die dieren hebben dan vrouwelijke kikkers of padden gegeten. In de buik van die amfibieën zaten eitjes die omkapseld waren met gelei. In de buik van die kikkers en padden was dit gelei compact, maar in de buik van de roofdieren zet dit enorm uit en vervolgens braken ze die grote klompen uit. Soms zie je in dit sterrenschot ook nog zwarte puntjes, dat zijn dan de eitjes.

Uitrustende watersnippen (foto: Loes Westgeest).
Uitrustende watersnippen (foto: Loes Westgeest).

Doortrekkende watersnippen rusten in Oisterwijk
Op de foto van Loes Westergeest zie je een stel vogels zitten met een lange snavel, een witte buik, donkere ogen en voor de rest een gemêleerd bruin verenpak met ook strepen. We hebben hier te maken met een stel watersnippen. Dit zijn best zeldzame weidevogels geworden, die zo af en toe op trek te zien zijn. Volgens mij hebben deze vogels in Oisterwijk een overnachting gehad, voedsel gezocht en zijn ze daarna weer verder getrokken. Vermoedelijk komen deze watersnippen uit noordelijke richting en overwinteren ze ten zuiden van de Sahara. Je kunt ze tijdens hun trektijd in heel Nederland waarnemen. Die duurt voor deze soort tot diep in de winter. Soms blijft er een aantal dieren 'hangen' in Nederland. Maar wordt het kouder, dan trekken ze verder. Het aantal broedparen in Nederland is afgenomen tot maar 1500!

Een gewone oesterzwam (foto: Corrie Dijkers).
Een gewone oesterzwam (foto: Corrie Dijkers).

Zwam aan de rand van een vijver
Op de foto die Corrie Dijkers mij stuurde, zie je heel mooie grijze hoeden van zwammen met naar het midden toe wat meer vaalwit of geel. We hebben hier te maken met een van de lekkerste in het wild groeiende paddenstoelen: de gewone oesterzwam. Deze zwammen groeien in de natuur op diverse soorten boomstammen en oude stronken. Vermoedelijk ligt er bij de vijver van Corrie hout en zijn daar de sporen van de gewone oesterzwam in beland. Als je deze zwammen in dit verse stadium oogst - niet teveel - dan heb je kans dat je daar voortaan altijd een maaltijdje kunt gaan halen. Veel mensen kweken thuis oesterzwammen op hout, sinds 1980 zelfs op stro en nu ook op koffiedrab. De naam heeft deze zwam te danken aan het feit dat de hoed lijkt op een schelp van oesters.

Een aangeknaagde boom (foto: Piet Hendriks).
Een aangeknaagde boom (foto: Piet Hendriks).

Wie heeft deze boom zo gehavend?
Op de foto die Piet Hendriks naar mij mailde, zie je een erg gehavende boom. Hij wil graag weten wie dit gedaan heeft. Volgens mij zijn er meerdere daders, maar een ding is voor mij zeker: dat is dat de bever hieraan gewerkt heeft. Twee sporen helpen mij hierbij. Aan de onderkant van het gehavende stuk zie ik duidelijk twee tandafdrukken. Daarnaast zie ik naast de boom een duidelijke beverwissel, die het water in gaat. Andere daders kunnen onder meer de das en de specht zijn. Mooie ontdekking dus.

Een koningskaars (foto: Marianne Lente).
Een koningskaars (foto: Marianne Lente).

Wat voor plant met fluweelachtige bladeren is dit?
Marianne Lente zag in het bos in de buurt van Surae een fluweelachtig rozet van wel dertig centimeter. Zij vroeg zich af wat voor plant dit kan zijn en of die aangeplant is. Als ik kijk naar de foto zie ik prachtige spits toelopende fluweelachtige bladeren. We hebben hier te maken met de tweejarige plant koningskaars. Deze tot wel twee meter hoge koningskaars vormt in het eerste jaar een prachtig rozet op de grond. In het tweede jaar groeit uit het rozet een rechtopstaande stengel. In het onderste deel van die stengel komt geen vertakking, wel in het bovenste deel. In dit bovenste deel zit ook de aar, met prachtige gele bloemen. Voorheen kwamen koningskaarsen vooral voor in de duinen bij de zee en in het Zuid-Limburgse krijtgebied. Tegenwoordig zie je ze ook steeds vaker op ruderale terreinen. Dit zijn open droge gebieden waar verstoring van de grond heeft plaatsgevonden. De naam koningskaars is al in de middeleeuwen ontstaan en is gebaseerd op de mooie twee meter hoge rechte stengel, een symbool voor koninklijke waardigheid.

Wachten op privacy instellingen...

Waarom knaagt een bever?
In 1988 is de bever opnieuw uitgezet in Nederland. Met succes, want er zijn sindsdien heel veel bevers. Maar zijn bevers wel zo fijn en waarom moeten deze dieren zoveel knagen? In de bovenstaande NTR-video 'Verliefd op de bever' reizen twee presentatoren af naar Limburg ter inspiratie voor een lied dat zij speciaal schrijven voor de bever. Met mooie nachtopnames van beverspecialist Willy de Koning.

Een bladpootwants of bladpootrandwants (foto: Diana Liebregts).
Een bladpootwants of bladpootrandwants (foto: Diana Liebregts).

Wat is dit voor een beestje?
Op de niet zo duidelijke foto hierboven zie je een bruin insect met best wel lange poten. Op het achterste stel poten zie je aan beide poten een verdikking. Dit is het meest typische kenmerk van het insect met de naam bladpootwants, ook wel bladpootrandwants genoemd. Deze wantsensoort is in feite een invasieve exoot. Oorspronkelijik kwam deze wants enkel in Noord- en Midden-Amerika voor. Waarschijnlijk is het dier via schepen in Europa terechtgekomen. De eerste bladpootwantsen werden in 1999 in Italië ontdekt en in Nederland in 2007, met name in de kuststreek. Sinds 2010 hebben ze zich vervolgens snel verspreid over heel Nederland. In het voorjaar en de zomer zie je deze insecten niet, want zitten ze vooral op dennenbomen waar ze leven van de zaden. Als de koudere perioden - dat kan al vanaf oktober zijn - aanbreken, gaan deze bladpootwantsen beschutting zoeken. Die vinden ze vaak in huizen, net zoals de lieveheersbeestjes. Wat bijzonder is, is dat deze dieren een lokstof hebben. Die sturen ze de lucht in om aan andere bladpootwantsen door te geven, dat ze zich op een gunstige overwinteringsplek bevinden. De anderen volgen dan snel. Het beste middel is om deze wantsen constant buiten te zetten of in een schuurtje, wellicht blijven ze dan weg. Bij mij lukte het pas na drie pogingen.

Meriansborstel (foto: Frans Haazen).
Meriansborstel (foto: Frans Haazen).

Mooi plaatje van de Meriansborstel, maar de vraag is hoe bestrijd je de witte vlieg?
Op de bovenstaande foto die Frans Haazen stuurde, zie je een meriansborstel. Dit insect is vernoemd naar Anna Maria Sibylla Merian. Zij leegde van 1647 tot 1717 en was entomologe en kunstenares. Maar daar gaat Frans' vraag niet over.

Hij wil weten hoe je de witte vliegen bestrijd die massaal bij Frans buiten zitten. De zogenoemde witte vliegen of motluizen zijn geen vliegen en ook geen luizen. Ze behoren tot de familie van de wantsen! Oorspronkelijk komen deze witte vliegen uit tropisch of subtropisch Amerika. Mensen die last hebben van deze witte vliegen merken dat de bestrijding van deze insecten zeer lastig is. Het beste is het toepassen van biologische bestrijding door natuurlijke vijanden in te zetten. Bijvoorbeeld roofwantsen, want die eten deze witte vliegen. Ook kun je bepaalde sluipwespen inzetten, want die insecten parasiteren witte vliegen en ook daardoor nemen de aantallen af. Zie dit filmpje over de bestrijding van de witte vlieg.

Natuurtip
Even buiten uitwaaien, genieten, bewegen en de gedachten verzetten in de natuur. Zeker in deze coronatijd is dat voor veel mensen heel belangrijk. Je bent van harte welkom in alle natuurgebieden. Wel vragen we je om respectvol met elkaar en de natuur om te gaan. Geef elkaar de ruimte en houd je aan de toegangsregels en de coronavoorschriften:

• Vermijd drukke plekken en tijdstippen. Zie je dat het ergens druk is, ga dan ergens anders heen.

• Geef elkaar de ruimte en houd altijd anderhalve meter afstand van elkaar.

• Kom niet in groepen groter dan twee mensen waarvan de leden ouder zijn dan 12 jaar en niet tot één huishouden behoren.

• Zoek nabijgelegen natuur op om onnodige reisbewegingen te voorkomen, kom bij voorkeur lopend of op de fiets.

• Blijf op de paden.

• Honden aan de lijn (met uitzondering van speciaal aangewezen hondenlosloopgebieden, zie informatie hierover op de toegangsborden)

• Laat papieren zakdoekjes en ander afval niet achter in de natuur.

• Volg de aanwijzingen op borden, posters en van de boswachters op.

• Ben je verkouden of heb jij of heeft een gezinslid koorts, last van benauwdheid of griepachtige klachten? Blijf dan thuis.

Voor inspiratie, kijk hier of hier.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!