Video

Theo verzamelt haarsouvenirs, gemaakt van het haar van overleden mensen

21 maart 2021 om 15:41 • Aangepast 22 maart 2021 om 10:29
nl
Theo Adriaanse staat in het wereldje van verzamelaars vooral bekend om zijn collectie zandlopers. In zijn kijkkamer in Oosterhout heeft hij er duizenden staan. Minder bekend is dat Theo ook een omvangrijke collectie haarsouvenirs heeft.
Profielfoto van Rob Bartol
Geschreven door
Rob Bartol

Het is een collectie die zowel afschuw als bewondering én verwondering opwekt. In de 18e en 19e eeuw was het 'gebruikelijk' dat van het afgeknipte haar van een overledene een kunstwerkje werd gemaakt. Het zogeheten haarsouvenir.

"Het haarsouvenir was destijds wat nu de urn is."

Ze zijn er in alle soorten en maten. Van eenvoudig tot en met voorstellingen die in een gouden of zilverenlijstje zitten: haarsouvenirs. "In deze tijd zijn er nogal wat mensen die thuis een urn hebben staan met de as van hun overleden dierbare", vertelt Theo Adriaanse. "Het haarsouvenir was destijds, wat nu de urn is."

"Mensen lieten van een klein beetje afgeknipt haar van hun overleden dierbare, een medaillon of een broche maken. Het was vaak een minischilderijtje of tekening van de overleden persoon", vertelt Theo. "Om het portret werden dan bomen en bloemen gemaakt met het haar van de overledene. Later werden er foto's in de medaillons gebruikt. Het zijn kleine, maar bijzondere kunstwerkjes."

Het Nederlands Uitvaart Museum in Amsterdam herbergt ook een collectie haarsouvenirs. "Haar had een bijzondere rituele kracht: het was bezield materiaal en daarom ideaal om herinneringsobjecten mee te maken. In de romantische rouwcultuur van de 19e eeuw was dat een populair gebruik", schrijft het museum op zijn website.

"Als je geld had, kon je een speciale haarwerker inhuren."

Zowel Theo Adriaanse als het Uitvaart Museum weet te vertellen dat vooral de wat rijkeren haarsouvenirs lieten maken. "Als je geld genoeg had kon je een speciale haarwerker inhuren. Zij hadden allerlei modellenboeken voor hun klanten." Het Nederlandse damesblad Pénélopé (uitgegeven tussen 1821-1835) gaf de lezers uit de 'hoger burgerij' zelfs tips hoe je zelf een haarsouvenir kon maken. Het was destijds ook nog eens een populaire bezigheid.

Door zijn verzameling heeft Theo ook een aardig bestand opgebouwd van portretten en namen van overledenen. Onderzoek naar verre familieleden of afstammelingen is iets wat hij niet doet. "Dat is te privé. Daarbij zijn heel veel haarsouvenirs ooit bij een kringloop terecht gekomen. Ik wil echt niet weten of dat bewust is gedaan of bij een ontruiming of wat dan ook."

Wat in het begin van de 18e eeuw begon met kleine portretminiatuurtjes omlijst met haar, groeide in de 19e eeuw uit tot grote haarschilderijen. Die zijn het best te omschrijven zijn als complete voorstellingen in een lijst. Tot ver in de 19e eeuw was het laten maken van een haarsouvenir vrij gebruikelijk. Dit gebruik werd langzaam maar zeker werd verdrongen door de komst van de fotografie en andere manieren van rouwverwerking.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.