Wie reizen hier mee met deze hommel? Frans Kapteijns antwoordt in Stuifm@il
Hommel vol passagiers
Op de foto van Jopy ten Cate hierboven zie je een hommel vol mijten. Dit hoeft niet altijd een slecht teken te zijn. Sommige mijten liften gewoon mee met dit soort insecten. Hommelkoninginnen hebben dit graag, want mijten zijn de grote afvalpakkers. Deze mijten leven van het afval in het hommelnest en zorgen er ook voor dat daar geen schimmelvorming ontstaat. Ze kunnen wel de voedselvoorraad aantasten. Dat is weleens lastig, maar niet altijd funest. De hommel op de foto heeft er trouwens wel heel erg veel op haar lichaam. Dit is teveel van het goede.
Wat is de naam van deze rups in de bloempot?
Op de foto van Henny van den Boer zie je een heel langharige, wat donkere rups. Het mooie is dat deze soort witte tijger wordt genoemd. Die naam slaat dan ook vooral op de nachtvlinder. Die is wit, met verspreid over de voorvleugels zwarte puntjes. Daarnaast is het borststuk mooi wit behaard.
Deze soort komt bijna overal voor. De rups leeft op onder meer brandnetels, zuring, maar ook andere kruidachtige planten. Daarnaast zie je deze rupsen ook vaak op de vlier. Overdag rusten de witte tijgervlinders heel dichtbij de grond. Soms zelfs in het gras, maar vaak aan de onderkant van een boomstam. Vogels eten deze vlinders meestal niet, want de witte kleur geeft aan dat ze vies en giftig zijn.
Welk diertje landde op onze campingtafel?
Op de foto van Mattijs Jimmink zie je een grijsgroen en ogenschijnlijk bijna prehistorisch diertje. Wat erg opvalt zijn de twee halfronde delen aan de bovenkant van de kop. Juist deze twee opvallende delen bezorgen dit diertje de naam. We hebben hier namelijk te maken met de oorcicade. Oorcicaden zie je bijna nooit, want ze worden maximaal achttien millimeter groot en zitten vaak heel goed verborgen op de stammen van struiken en bomen. Daarnaast zitten volwassen oorcicaden bijna altijd in de top van zo'n boom of struik. Toch kun je ze af en toe tegenkomen, want ze komen graag op het licht af. Oorcicaden kennen een onvolledige gedaantewisseling en ontwikkelen zich in twee jaar van ei tot volwassen dier.
Wat voor vlinder wordt dit?
Maria Swinkels heeft mij een filmpje gestuurd, maar dat kan ik niet plaatsen dus heb ik hier een stilstaand beeld uit gehaald. Op die foto zie je een grote bruine rups met aan de voorkant bolletjes en aan de achterkant een soort pijlstaart. De rups hoort dus duidelijk bij de familie van de pijlstaartvlinders. Dat is een heel mooie kleurrijke familie van nachtvlinders.
De vlinder die bij deze rups hoort, heet groot avondrood. Het menu van deze rups bestaat uit het wilgenroosje, de teunisbloem, kattenstaart (plant), fuchsia en het waterdrieblad. Deze nachtvlinder kan ongeveer 6 centimeter groot worden en de lengte van een voorvleugel is ongeveer 3 centimeter. Het zijn echte nachtvlinders, die enkel in de avond en nacht actief zijn. Ze komen overigens wel op het licht af.
Duikerwants duikt op de verkeerde plek
Op de bovenstaande foto van Mariska Klerks staat een heel bijzonder insect die niet de juiste plaats heeft uitgekozen om te landen. Dit is namelijk een duikerwants die op het droge is geland, terwijl dit insect eigenlijk op het water hoort te landen. Buiten het water zijn deze dieren slecht herkenbaar, maar je ziet toch een lang afgeplat lichaam en mooie donkerbruine en zwarte vlekken op de vleugels. Ze verplaatsen zich al vliegend van de ene waterplas naar de andere. Dit doen ze enkel wanneer er te weinig voedsel is in hun waterplas of omdat daar teveel rovers zitten. Deze gefotografeerde duikerwants is waarschijnlijk tegen iets aangevlogen. Als dit insect nog leeft, kun je deze gewoon op het water zetten.
Wat zien wij ineens in onze voortuin?
Op de foto van Nel Holla hierboven zie je tussen de houtsnippers enkele bruine oude paddenstoelen. Je kunt heel goed zien dat dit plaatjeszwammen zijn, maar de vraag is welke soort. Volgens mij compostcollybias, die zich graag tussen de houtsnippers bevinden. Daarnaast komen ze veel voor in volkstuinen. Deze zwam groeit vaak in bundels van enkele tientallen paddenstoelen. De stelen zijn dan meestal met elkaar vergroeid. Zeker weten doe ik het echter niet. Ik ben benieuwd of een van de lezers wellicht met een andere naam komt of deze naam bevestigt.
Aanloop edelherten naar de bronsttijd
Herman Schellekens maakte bovenstaand filmpje deze week in Het Groene Woud. Het is de aanloop naar de bronsttijd 2021. Edelherten worden zeer actief.
Braamachtige plant
Op de bovenstaande foto van Joop Blummel zie je een bes die erg veel op onze braam, maar het blad van de plant is totaal anders. Dus heb ik de boeken er eens bij gepakt. Zo ben ik uitgekomen op de Japanse wijnbes. Ik heb dit nog even nagekeken op internet en daar zie ik dat dit klopt. Oorspronkelijk kwam deze Japanse wijnbes voor in Japan, Korea en China. De gelijkenis met onze braam is overigens niet vreemd, want zowel onze braam als deze Japanse wijnbes behoort tot de rozenfamilie en zelfs tot hetzelfde geslacht: rubus. In Europa werd de Japanse wijnbes voor het eerst gezien in Frankrijk in 1876. De vruchten van deze struik zijn eetbaar. Ze hebben een zoetzure frisse smaak. Ruw zijn ze niet echt lekker, maar wel in yoghurt of vla. Als ze wat donkerder zijn, zijn ze geschikt om er vruchtensiroop van te maken.
Natuurtip
Tot vier uur kun je deze zondagmiddag een bezoek brengen aan de schaapskudde van de Kampina. De heide kleurt weer paars, dit is een prachtig moment om een bezoekje aan dit natuurgebied te brengen en kennis te maken met de 'dames' aan wie wij deze bloeiende heide te danken hebben. De schaapherder stelt ze graag aan je voor en laat zien hoe hij en zijn honden met de kudde samenwerken.
De locatie aan de Belversebaan is alleen te voet of op de fiets te bereiken. Je kunt je auto parkeren aan de Burgemeester Van de Oeverweg in de gemeente Oisterwijk. Halverwege de vijf kilometer lange Belversvenwandeling - volg de rode pijltjes - tref je de schaapskudde aan en de informatiekar van Natuurmonumenten. Voor de fietsers: de locatie ligt langs het fietspad tussen knooppunt 45 en 87.
Voor meer informatie kun je bellen naar het bezoekerscentrum Oisterwijk: 013-5915010