Dotterbeurt nodig om extra water naar verdroogde Peel te brengen

13 november 2021 om 10:00 • Aangepast 17 november 2021 om 16:04
nl
Via de Zuid-Willemsvaart en de Limburgse Noordervaart stroomt er straks meer Maaswater naar Oost-Brabant. Volgens de afspraken gaat het om bijna 2500 liter extra per seconde. Daar komt nog best veel bij kijken, want de Peelkanalen konden zoveel extra water niet aan en hebben een grote onderhoudsbeurt nodig. "Vergelijk het met het dotteren van bloedvaten bij de mens."
Profielfoto van Peter Pim Windhorst
Geschreven door
Peter Pim Windhorst

Peter van Dijk, bestuurslid van Waterschap Aa en Maas, zette een half jaar geleden zijn handtekening onder een reeks afspraken met Waterschap Limburg. De bestaande waterwegen kunnen al dat extra water, nog, niet aan. Samen met Waterschap Limburg trekt Aa en Maas trekt ruim twintig miljoen euro uit om de Helenavaart en het Kanaal van Deurne een grote beurt te geven. De eerste twee baggerschepen varen inmiddels door de Peelkanalen.

Ze lijken op een kruising van een prehistorisch monster en een groot uitgevallen stofzuiger. Met een slang aan de voorkant zuigen ze modder op van de bodem, via een leiding die achter het schip kronkelt, wordt de modder naar een tijdelijk depot geperst. Ron de Mol, projectleider van aannemer Vissers – Ploegmakers staat trots op de kant. Hij wijst op de speciale installatie aan boord die er voor zorgt dat het baggerschip bijna geen stikstof meer uitstoot, de installatie is speciaal voor deze klus in de kwetsbare natuur bedacht.

"Klimaatwetenschappers waren roependen in de woestijn."

Al dat werk gaat terug op afspraken 1994. Toen al werd afgesproken dat er meer water uit de Maas naar Oost-Brabant zou gaan vloeien. Makkelijker gezegd dan gedaan want de Peelkanalen maar ook de Noordervaart in Limburg konden zoveel extra water niet aan. Rijkswaterstaat gaat de ooit nog door Napoleon aangelegde Noordervaart aanpassen. Dat werk moet nog worden aanbesteed.

Het heeft dus wel wat tijd nodig gehad. "Klopt," zegt Peter van Dijk nu, "maar in die tijd voelden we de urgentie nog niet zo. Klimaatwetenschappers waren roependen in de woestijn. We kwamen nog maar zelden water tekort. Vanaf 2013 zijn we er extra druk op gaan zetten. Door de droge zomers van 2017 tot 2020 werd water steeds belangrijker. We zien nu ook dat de klimaatverandering steeds sneller gaat."

"Ook boeren in het achterland hebben er plezier van als er meer water is."

De hoge zandgronden in het oosten van Brabant zijn kwetsbaar. "Beken en waterlopen vallen ’s zomers vaak droog", vertelt Jos Kruit van Aa en Maas. "Wij moeten dan keuzes maken. Dat gaat via tevoren gemaakte afspraken. Meestal komt het erop neer dat alle stuwen dichtgaan om in ieder geval De Peel nat te houden. Als Natura2000-gebied heeft De Peel voorrang. Met die tweeduizend liter extra (per seconde) kunnen we straks de ecologisch waardevolle beken in het gebied stromend houden. En ook boeren in het achterland hebben er plezier van als er meer water is."

Baggerschepen diepen het Deurnes kanaal en de Helenavaart uit zodat er straks veel meer water door heen kan stromen.
Baggerschepen diepen het Deurnes kanaal en de Helenavaart uit zodat er straks veel meer water door heen kan stromen.

De twee Peelkanalen zijn bijzonder als herinnering aan de hier ooit zo belangrijke turfwinning. Over vele kilometers liggen ze op ongeveer twee kilometer van elkaar. De ruim vijftien kilometer lange Helenavaart werd in 1853 gegraven om turf uit de Peel weg te brengen. Toen de gemeente Deurne in 1860 zelf veen ging afgraven, mocht Deurne de Helanavaart niet gebruiken. Eigenaar Jan van de Griendt was bang voor concurrentie. De Bossche zakenman was toen al jaren succesvol in de turfwinning. Griendtsveen draagt zijn naam, de Helenavaart noemde hij naar zijn vrouw.

Deurne besloot toen zelf het vijftien kilometer lange Kanaal van Deurne aan te leggen.

Turf én turfstrooisel uit De Peel waren internationale handel. Omdat het strooisel veel beter vocht (en dus ook paardenpis) opnam dan stro, importeerde de Londense paardentram turfstrooisel uit De Peel voor de paardenstallen. Het in 1940 afgebroken station in Griendtsveen werd zo een van de drukste goederenstations in Nederland. In de twintigste eeuw ging het al snel minder met de turfwinning.

"Als je niets doet, slibt zo'n kanaal helemaal dicht."

Ron de Mol beent met hoge snelheid over het pad langs de Helenavaart. Aan de overkant ligt het natuurgebied. Opeens wijst hij naar een bijna volledig dichtgegroeide opening in de oever. Het is een van de ‘wijken’, de zijkanalen waarover de turfschippers met hun boten het gebied in voeren.

Bij het uitbaggeren van de Peelkanalen hoort ook de opdracht om die wijken (je zegt 'wieken') weer herkenbaar te maken als zijkanalen en het beeld van de oude Peel terug te brengen. "Maar," zegt Ron, "elke wijk krijgt wel een bijna onzichtbaar dammetje. Het water van de Maas is voor het veenmos hier te voedselrijk. Het veenmos dat langzamerhand weer moet gaan groeien in De Peel gedijt het best op voedselarm regenwater. Het Maaswater dat door de kanalen stroomt mag niet te ver de wijken instromen."

Xandor Eblé vergelijkt de hele operatie met het dotteren van de bloedvaten bij een menselijk hart. "Als je niets doet, slibt zo'n kanaal helemaal dicht. Dan kan er niets meer door. Als je het goed doet, kan er straks heel veel water doorheen... zonder dat je er iets van ziet."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.