Op landgoed Anneville hoorde Wilhemina dat de Duitsers zich overgaven
Nadat de bevrijding van Nederland in 1944 in Brabant vastliep op de grote rivieren, vestigde prins Bernhard zijn militair hoofdkwartier in Breda. Maar daarmee had hij nog geen representatief verblijf om te overnachten. Daarvoor viel zijn oog op een leegstaand riant hotel op landgoed Anneville.
Nu verklapt alleen nog een bord met zwart-witfoto's langs de oprijlaan de koninklijke geschiedenis van het witte landhuis, dat samen met het naastgelegen koetshuis eigendom is van de broers en baronnen Jan en Wim de Constant Rebecque.
"Wij zijn trots op dit erfgoed dat wij mogen bezitten en beheren."
"Maar liefst zes weken was dit daadwerkelijk een koninklijke residentie. Begin mei 1945 landde Wilhelmina met een Dakota op vliegbasis Gilze-Rijen en werd ze in een militaire colonne naar landgoed Anneville gereden. Prins Bernhard verbleef hier toen al een paar maanden", vertelt Wim. "Wij zijn trots op dit erfgoed dat wij mogen bezitten en beheren."
Dat ook de majesteit op Anneville verbleef was eigenlijk geheim, maar voor de omgeving was het zeker niet onopgemerkt gebleven.
"In naam van Oranje, doe open die poort!"
"Toen bekend werd dat de Duitsers zich hadden overgegeven, was er kort daarop een heel kabaal aan de poorten van het landgoed. De hele buurt kwam naar Anneville om hulde te brengen aan de majesteit", glimlacht Jan.
"Er stond maar één wachtpost en die schrok zich een hoedje, want die wist nog niks van de capitulatie. Maar mensen aan de poort riepen 'in naam van Oranje, doe open die poort'. Uiteindelijk hebben ze ook de wacht geïnformeerd over de Duitse overgave en mocht iedereen doorlopen", vult Wim aan.
Aan de achterkant van de villa - op het terras waar de majesteit haar kopje thee dronk - hangt nog een grijze plaquette die summier het tijdelijk verblijf van Wilhelmina memoreert.
Na het vertrek van Wilhelmina bezocht geen enkele regerend vorst nog landgoed Anneville. Wim: "Alleen prins Bernhard is hier nog een paar keer geweest voor een reünie van zijn stafmedewerkers. Maar iedereen is hier welkom, dus ook de koning en de koningin."