De waterbedrijven waarvoor het tekort dreigt, leveren drinkwater in Brabant, Limburg, Zuid-Holland en Zeeland. Ook zo'n drie miljoen Belgen krijgen daar last van.

De afgelopen jaren was de waterstand in de Maas al behoorlijk laag in de zomermaanden. En er zijn zorgen dat dat door de klimaatverandering alleen nog maar erger wordt. Dat was aanleiding voor een onderzoek.

De onderzoekers ontwikkelden een model om te onderzoeken hoeveel Maaswater in de toekomst beschikbaar is. Dat gebeurde in opdracht van RIWA-Maas, de belangenbehartiger van drinkwaterbedrijven in Nederland en België die water uit de Maas halen.

Het model werd losgelaten op drie verschillende klimaatscenario's voor de jaren 2050 en 2085, van gematigd tot extreem. In vrijwel alle scenario's en voor alle onderzochte plekken kwamen de onderzoekers uit op langere perioden van lage waterafvoer in de zomer.

Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas noemt de uitkomsten van het onderzoek zorgwekkend. "Dit gaat verder dan alleen drinkwater. De scheepvaart, industrie, energiebedrijven en niet te vergeten de natuur zijn allemaal afhankelijk van de Maas", zegt hij in het NOS Radio 1 Journaal. "We zien bij drinkwater een stijgende vraag. Dat is moeilijk bij minder beschikbaarheid, dus je moet afspraken maken: hoe gaan we om met het beperkte water dat we hebben?"

Drinkwaterbedrijven kunnen de verwachte problemen deels zelf oplossen. Zo zijn ze nu al actief bezig met het opsporen van extra drinkwaterbronnen. Daarnaast willen bedrijven in gesprek gaan met overheden, waterbeheerders, onderzoeksinstellingen en watergebruikers om de verontreiniging door bijvoorbeeld industriële lozingen terug te dringen. Bij lage waterstanden neemt de concentratie van die vervuiling toe en is het rivierwater moeilijker te zuiveren.