'Het kabinet zet boeren uit hun huis', maar is die angst wel terecht?

1 juli 2022 om 12:00 • Aangepast 11 juli 2022 om 13:28
nl
Het is een veelgehoorde kreet tijdens de boerenprotesten van de afgelopen dagen: "Ze pakken onze huizen af." Een angst die de woede en teleurstelling bij veel boeren voor een groot deel verklaart. Maar hoe terecht is die zorg?
Profielfoto van Sven de Laet
Geschreven door

Laten we beginnen, door te zeggen dat die uitspraak niet uit de lucht komt vallen. De afgelopen jaren was het vrijwillig uitkopen of zelfs onteigenen van boeren al vaker onderwerp van gesprek in Den Haag.

Nu de stikstofuitstoot drastisch naar beneden moet, zien veel boeren het noodlot rap dichterbij komen. Zij vrezen dat ze straks noodgedwongen hun geliefde boerderij moeten verlaten en hebben geen idee hoe zij dan hun boterham moeten verdienen.

'Afpakken' onwaarschijnlijk
En dus is de wanhoop groot bij veel boeren. Maar ligt dat doemscenario daadwerkelijk op de loer? Het antwoord: niet per se. De kans dat er straks minder boeren zullen zijn is op zich aannemelijk, maar het lijkt minder waarschijnlijk dat huizen daadwerkelijk 'afgepakt' gaan worden.

Minister Van der Wal gaf onlangs nog aan dat het onteigenen van boeren het laatste is wat ze wil. Zo zou het kabinet met de gepresenteerde stikstofplannen niet koersen op minder boeren, maar slechts op minder uitstoot.

Duurzame productie
Dat klinkt wat vaag, want hóe bereik je die doelen dan? Als het aan de minister ligt, maken boeren de komende jaren zoveel mogelijk de omslag naar duurzame productie. Denk bijvoorbeeld aan het produceren van plantaardige producten.

Ook wil Van der Wal onderzoeken hoe het verdienmodel in de veehouderij verbeterd kan worden, in de hoop dat boeren uiteindelijk veel minder dieren nodig hebben om rond te komen.

Vrijwillig uitkopen
Toch is de kans groot dat er uiteindelijk wel degelijk boeren zullen stoppen door het beleid. Als het aan het kabinet ligt, gebeurt dat zo veel mogelijk op vrijwillige basis. Het gaat dan om het uitkopen, waarbij boeren een passende vergoeding krijgen voor het afstaan van hun land én werkzaamheden.

Die strategie is volgens de minister niet alleen humaner, maar zou ook stukken sneller zijn. Een gemiddelde onteigeningsprocedure duurt tenslotte al gauw drie tot vijf jaar.

Uit een enquête van het onafhankelijke onderzoeksbureau I&O Research bleek eind vorig jaar dat een deel van de boeren niet per se tegen de uitkoopregelingen is. Zo'n veertig procent gaf toen aan best open te staan voor het uitkopen, verplaatsen of verkleinen van de veestapel. Dat laatste moet ook het kabinet hoop bieden.

Conclusie
Al met al, is het dus de vraag hoe terecht de angst onder de boeren is. In theorie kan het Rijk besluiten om veehouders te onteigenen. Toch lijkt dat een middel dat het kabinet niet snel in zal willen zetten. Zeker niet nu de onrust rap oploopt en escalatie dreigt.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!