Noni Madueke kijkt op tegen Ruud van Nistelrooij: 'Ik was vroeger al fan'

7 juli 2022 om 20:00 • Aangepast 8 juli 2022 om 10:40
nl
Na een seizoen vol blessureleed ligt de focus van Noni Madueke dit seizoen vooral op fit blijven. De PSV-aanvaller kijkt er naar uit komend seizoen samen te werken met Ruud van Nistelrooij. Een jeugdidool voor de geboren Engelsman.
Profielfoto van Yannick Wezenbeek
Geschreven door

Het is bewonderingswaardig dat Noni Madueke zo rustig blijft als hij praat over zijn blessures van het afgelopen seizoen. Meerdere keren viel de Engelsman uit met een kwetsuur. Het is frustrerend voor de aanvaller die dit seizoen één hoofddoel heeft.

“Mijn focus ligt vooral op fit blijven. Het is niet leuk om langs de kant te staan en de jongens te zien spelen. Maar het hoort bij mijn ontwikkeling. Ik moet hier alleen maar sterker van worden.”

"Ik heb vorig jaar gewoon veel pech gehad."

‘Slechts’ 824 minuten speelde de vleugelaanvaller afgelopen seizoen: omgerekend iets meer dan negen duels. Vooral aan het einde van 2021 miste hij veel wedstrijden.

Is hij nu dan niet bang om geblesseerd te raken? “Dat ben ik nooit geweest. Ik heb vorig jaar gewoon veel pech gehad. Het was ongelukkig. Natuurlijk speelt het mee dat ik lang en snel ben. Maar ik ben niet aan mijzelf gaan twijfelen.”

Voor heel PSV geldt dit seizoen: nieuwe ronde nieuwe kansen. Met de kersverse hoofdtrainer Ruud van Nistelrooij moet de weg naar boven worden ingezet. Madueke kent de trainer uit de jeugd en kijkt uit naar een nieuwe samenwerking.

“Hij was een geweldige speler. Ik ben van jongs af aan al fan van Manchester United en dus ook van Ruud van Nistelrooij. Ik kan zoveel van hem leren.”

"Helaas doet hij zelf niet vaak mee op de training."

Want een spitsentrainer heeft de hoofdtrainer niet in zijn staf nodig. Hij kan als oud-topspits van onder meer Manchester United precies vertellen wat een aanvaller moet doen. “Hij weet als geen ander wat nodig is om een goede aanvaller te zijn”, beaamt Madueke. “Hij legt erg de nadruk op wanneer ik in de zestien moet zijn om te scoren. Zijn timing is geweldig, helaas doet hij zelf niet vaak mee op de training.”

Het valt op dat de Engelsman steeds beter Nederlands praat. De aanvaller zou in principe volgend jaar uit mogen komen voor het Nederlands Elftal, omdat hij dan vijf jaar in Nederland is. Een jaar geleden hield hij die deur nog op een kier, maar inmiddels lijkt het een gesloten boek. “Dat gaat niet gebeuren. Ik focus mij op het Engelse nationale team. Maar ik heb veel respect voor het Nederlands elftal en geef ze een goede kans op het WK.”

Maar de Nederlandse taal zal hij blijven leren. Wat kan hij dan bijvoorbeeld al zeggen? “Ik vind Nederlands praten niet zo heel moeilijk”, zegt de goedlachse aanvaller vlekkeloos.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!