Hoe wordt stikstof gemeten en hoe betrouwbaar is dat?

30 juli 2022 om 12:00 • Aangepast 8 augustus 2022 om 14:35
nl
De stikstofuitstoot moet volgens het kabinet in 2030 zijn gehalveerd om kwetsbare natuur te beschermen. Maar veel boeren en sommige politici zijn kritisch over hoe de stikstofuitstoot en -neerslag wordt gemeten. In dit verhaal leggen we je uit hoe dat zit.
Profielfoto van Joris van Duin
Geschreven door
Joris van Duin

Ook al zien en ruiken we het niet: stikstof is overal om ons heen. Als we over stikstofvermindering praten, gaat het om gas dat wordt uitgestoten door verkeer, industrie en vee. Vooral in de buurt van kwetsbare Natura 2000-gebieden moet de stikstofuitstoot volgens het kabinet drastisch omlaag. Soms zelfs met 70 procent, zoals in De Groote Peel. Op die manier moeten deze natuurgebieden behouden blijven.

Maar als je stikstof niet ziet en ruikt, hoe meet je dat dan? Daarvoor moeten we bij het RIVM zijn. Deze instantie meet en berekent hoeveel stikstof wordt uitgestoten en hoeveel er op de Nederlandse bodem landt.

Zo wordt stikstof gemeten

Verspreid over heel Nederland staan 43 stikstofoxide- en 6 ammoniakmeetstations. Stikstofonderzoeker Marloes Penning de Vries legt in een video van Universiteit van Nederland uit hoe ammoniak wordt gemeten. Op de 6 plekken wordt uv-licht op een spiegel 50 meter verderop geschenen. Ammoniak neemt licht op. De hoeveelheid teruggekaatst licht wordt geanalyseerd. Hieruit wordt duidelijk hoeveel ammoniak in de lucht zit. Het dichtstbijzijnde meetstation staat op een steenworp afstand van onze provincie, in het Limburgse Vredepeel.

Een handvol installaties is natuurlijk niet genoeg. Daarom staan in natuurgebieden nog eens zo'n 300 meetplekken. Dit zijn buisjes met filters die lucht opzuigen. Ammoniak blijft op de filter zitten, zegt Penning de Vries. Onderzoekers kijken in een laboratorium hoeveel stikstof er op zit. Speciale satellietbeelden brengen de rest van het land in kaart.

Stikstof komt ook via regen naar beneden. Daarom onderzoekt het RIVM de samenstelling van regendruppels. En dan is er nog een meetmethode. "De natuur helpt een handje mee", vertelt Penning de Vries. "Sommige mossen houden helemaal niet van stikstof en andere juist wel. Dus als je op verschillende plekken in Nederland telt hoeveel van de ene en van de andere soort korstmossen er zijn, weet je hoeveel ammoniak in de lucht heeft gezeten."

Ammoniak-meetpunten in de Loonse en Drunense Duinen (links) en De Groote Peel (rechts).
Ammoniak-meetpunten in de Loonse en Drunense Duinen (links) en De Groote Peel (rechts).

Zo wordt stikstof berekend

Het is echter niet mogelijk om de precieze hoeveelheid stikstof in de lucht en wat op bodem neerdaalt in kaart te brengen. Volgens het RIVM kost dat te veel geld en is het praktisch onuitvoerbaar. Om toch een landelijk beeld te geven, werkt het RIVM met een paar rekenmodellen. Computers maken berekeningen aan de hand van data die worden ingevoerd. Mede aan de hand hiervan wordt gekeken of er nog stikstofruimte is om bijvoorbeeld nieuwe woningen of veestallen te bouwen.

Het RIVM kijkt naar onder meer hoeveel uitstootbronnen van stikstof er zijn. Bijvoorbeeld: hoeveel kilometers asfalt, auto's en fabrieken er zijn. Maar ook: hoeveel koeien zijn er, wat eten zij, wat voor stallen staan er, hoe wordt de mest bewaard en uitgereden. Ook houdt het RIVM rekening met de windrichting, temperatuur en hoeveel vocht er in de lucht zit. Dit heeft allemaal invloed op waar stikstof terechtkomt. Omdat het weer telkens verandert, heeft dit volgens Penning de Vries ook effect op de nauwkeurigheid van de berekeningen.

"Het model wordt steeds opnieuw vergeleken met al die verschillende metingen. De regionale metingen komen overeen met wat het model berekent", zegt de onderzoeker in de video. "Dit laat zien dat de uitstoot van ammoniak dringend moet worden teruggedrongen."

Kritiek op stikstofmodellen terecht?

Veel boeren en sommige politici uiten kritiek op de manier waarop het RIVM de stikstofuitstoot en -landing in kaart brengt. Zo vinden BBB, JA21 en een groot deel van VVD-achterban dat er meer moet worden gemeten. En minder via modellen moet worden berekend.

Het RIVM wees die kritiek van de hand. Een onderzoekscommissie concludeerde in 2020 nog dat de kwaliteit van stikstofmethodes, modellen en data voldoende tot goed zijn. Berekeningen zijn voor individuele uitstoters te gedetailleerd en daarvoor dus niet passend. Maar op grote schaal is dat wel het geval. De voorzitter van die commissie, Leen Hordijk, staat daar nog steeds achter. Tegen Nieuwsuur zei hij in juni dat Nederland stikstof 'op de modernste, meest praktisch methode' meet.

In het onderzoeksrapport stonden adviezen om de berekeningen beter te maken. Volgens Hordijk zijn er verbeteringen doorgevoerd. De onderzoeksvoorzitter is ervan overtuigd dat meer meten niet voor een andere uitkomst zorgt. "Het globale patroon zal niet veranderen."

Bekijk deze uitlegvideo over stikstofberekeningen van Universiteit van Nederland:

Wachten op privacy instellingen...

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!