In kantines van cateraar Hutten eet je straks alleen nog duurzame producten
De cateraar neemt daarmee een voorbeeld aan Denemarken, waar een groot deel van de bevolking biologisch eet. Maar Hutten wil verder gaan dan dat. Biologisch is namelijk wel beter voor de bodemkwaliteit, dierenwelzijn en aantal dier- en plantensoorten, maar de uitstoot van stikstof is meestal wel hoger. "In Denemarken komen ze daar nu ook achter", vertelt Van den Bosch.
Hij reisde samen met een aantal mensen van de provincie naar het Deense platteland om te leren van hoe het er daar aan toe gaat. In Denemarken moet meer dan de helft van de producten in bedrijfskantines biologisch zijn. Als onze overheid dat hier voor duurzame producten zou verplichten, zouden mensen volgens Van den Bosch meer bewust gaan eten.
Hij verwijst naar een eerdere omschakeling bij Hutten. “Tien jaar geleden at iedereen een broodje kroket. Maar sinds wij gezonde alternatieve neerzetten, zijn mensen salades gaan eten. Dat heeft uiteindelijk ook invloed op wat ze 's avonds op tafel zetten.”
“We zoeken dus naar de beste optie voor de natuur.”
Nu gebruikt Hutten nog producten die aan bepaalde keurmerken voldoen. Voor de aardappelen en groenten is dat On the way to PlanetProof, waarbij milieu centraal staat. De eieren hebben het Beter Leven-keurmerk voor dierenwelzijn. Maar het bedrijf wil verder gaan dan dat.
“Ons doel is om vanaf 2030 alleen nog bij boeren in te kopen die een positieve invloed hebben op de natuur", legt Van den Bosch uit. "Onze Rondeel-eieren zijn bijvoorbeeld niet biologisch, omdat de kippen minder ruimte hebben dan een vrije-uitloopkip. Maar ze leven wel in een natuurlijke omgeving. We zoeken dus naar de beste optie voor de natuur.”
"Als de boeren zien dat er genoeg vraag is, zijn zij bereid om over te schakelen."
Een ambitieus plan, maar uiteindelijk moeten er wel genoeg duurzame boeren zijn. Zover zijn we nu nog niet. De provincie streeft ernaar dat in 2030 vijftien procent van de Brabantse landbouw biologisch is en dat is nu nog maar drie procent. Hutten kan daarmee voorlopig wel vooruit, maar als meer bedrijven volgen zijn er meer biologische boeren nodig. "Als de boeren zien dat er genoeg vraag is, zijn zij bereid om over te schakelen", besluit de directeur.