Nog maar vijf ransuilen geteld in de duinen en dat is een probleem
Een van de tellers, Christien Hermsen, denkt dat dit aan het aantal broedgevallen ligt. “Vorig jaar waren er nog negen broedende vogels, maar dit jaar geen één”, zegt zij in het Radio 1-programma Vroege Vogels. Dat is een probleem, want als er geen nieuwe jongen geboren worden, zal er volgend jaar ook weinig worden gebroed.
Gevolgen voor het gebied
En als bepaalde soorten in aantal afnemen, kan dat gevolgen hebben voor andere soorten in het gebied. In de Loonse en Drunense duinen lijken ook steeds minder kraaien, eksters en roofvogels te zijn. De ransuil maakt gebruik van hun nesten om in te broeden, maar als er minder vogels zijn, zijn er ook minder nesten.
Ook met het vinden van eten heeft de ransuil het dit jaar niet makkelijk: veldmuizen zijn er dit jaar minder te vinden. En haviken zijn er juist weer meer; die jaagt op de ransuil maar kan ook zonder voedsel komen te zitten als er steeds minder ransuilen zijn.
Oorpluimen
De ransuil is kleiner en slanker dan de bosuil en valt vooral op door zijn oorpluimen. Hij is bijzonder door zijn uitstekende gehoor. Volgens Christien kan hij op gehoor bepalen waar muizen zijn, zelfs als die bijvoorbeeld diep onder de sneeuw lopen.
Ransuilen komen elke winter samen in groepen, en brengen zo de koude maanden door. De Loonse en Drunense duinen is een van die zogenaamde roestplekken in Nederland. Maar daar neemt de populatie dus af. Ook op andere plekken in Nederland gaat het slecht met de ransuil, laten boswachters en vogeltellers weten. Hoe slecht het precies gaat is volgens Christien lastig te zeggen, omdat er geen landelijke tellingen zijn.