Teken op een hommel? Frans weet wat hier aan de hand is!

11 juni 2023 om 09:45 • Aangepast 20 juni 2023 om 02:05
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt hij onder meer aandacht aan een roze sprinkhaan, een goudwesp, stofzuigende hommelmijten en een groefbijendoder.

Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister deze hier:

Wachten op privacy instellingen...

Aardhommel met meereizende stofzuigende hommelmijten
Elly van den Reek stuurde mij een foto van een aardhommel met allemaal diertjes op de rug. Elly vraagt zich af of dit teken zijn. Volgens mij zijn het geen teken, maar meeliftende spinachtigen die ook nog eens doen aan de schoonmaak. Dit zijn hommelmijten, die in principe in hommelnesten leven. Deze speciale mijten eten in die nesten al het afval op die de hommels achterlaten bij het maken van hun nesten. Ze werken als een stofzuiger. Die moet weleens opgeladen worden en dat moeten de hommelmijten ook. Zij liften dan mee met hommels die naar buiten vliegen en krijgen zo voldoende zonlicht zodat ze weer opgeladen zijn. Natuurlijk ruimen ze al zittend op zo’n hommel ook de resten op die tussen de haartjes bleven zitten. Met de hommel keren ze vervolgens terug naar het nest en dan gaan ze daar verder met hun taak.

Aalscholvers zien er enigszins uit als prehistorische vogels (foto: Ineke Lindeman).
Aalscholvers zien er enigszins uit als prehistorische vogels (foto: Ineke Lindeman).

Wat zit er aan de overkant aan de waterkant?
Ineke Lindeman ziet regelmatig aan de overkant van het water waar zij langs loopt eenden of vogels, maar ze weet niet welke. Ze heeft een foto gemaakt en op die foto kun je duidelijk zien dat het om aalscholvers gaat. Aalscholvers zien er uit als enigszins prehistorische vogels. Kijk je heel goed naar deze bijna geheel zwarte vogel - zeker in de zomertijd - dan kun je naast de kleur zwart ook wat kleur ontdekken op de aalscholver. Ze hebben zeer opvallende witte wangen en een heel mooie gele plek net onder de bek. Ook de snavel is bijzonder, want die heeft een haakvormige punt en is vrij lang. Ze kunnen bijna een meter lang worden. Dat ze prehistorisch overkomen, komt misschien vanwege het feit dat ze in tegenstelling tot vrijwel alle andere watervogels in hun verenkleed heel weinig vet hebben zitten. Het verenkleed is daardoor niet waterdicht. Duikende aalscholvers worden dan ook drijfnat en dus moeten deze vogels na een duik hun verenkleed drogen. Ze doen dit door met half gespreide vleugels op een paal of in een boom te gaan zitten. Een zeer markante houding.

Een groefbijendoder (foto: Yvonne Pullens).
Een groefbijendoder (foto: Yvonne Pullens).

Vliegenmepper dood wespje
Jammer dat Yvonne Pullens de vliegenmepper heeft gehanteerd bij het onschuldige insect hierboven, met de naam groefbijendoder. Groefbijendoders hebben hun best gedaan om niet door vogels opgegeten te worden door aan mimicry te doen. Helaas denken veel mensen daardoor dat het wespen zijn en grijpen dan naar vliegenmeppers enzovoorts. Zo jammer, want de groefbijendoder is een vliesvleugelig insect uit de familie van de graafwespen. Naast de naam groefbijendoder kom je voor dit diertje ook wel de naam gewone bijenknoopwesp tegen. Ze kunnen maximaal twaalf millimeter groot worden en zijn actief vanaf ongeveer half mei tot half oktober. Met hun angel verlammen deze soort graafwespen hun prooien. Dit zijn meestal groefbijen, zie de bijgevoegde foto, maar ook zandbijen worden gepakt.

Een mogelijke prooi van de groefbijendoder; een roodpotige groefbij (foto: Saxifraga/Frits Bink).
Een mogelijke prooi van de groefbijendoder; een roodpotige groefbij (foto: Saxifraga/Frits Bink).

De nesten van groefbijendoders gaan tien tot vijftien centimeter de grond in. Daarnaast graven ze vanuit zo’n nestgang enkele zijgangen. Zo’n zijgang eindigt dan in een nestcel. Prooidieren worden verlamd en naar de nestcel gebracht.

Een groene eikenbladroller (foto: Hennie van Kessel).
Een groene eikenbladroller (foto: Hennie van Kessel).

Wat voor motjes zijn dat bij de eikenbomen?
Hennie van Kessel heeft een foto gemaakt van wat hij aanduidde als motjes. Die bevonden zich vooral bij eikenbomen. Wat Hennie gezien heeft, zijn (micro) nachtvlinders met de naam groene eikenbladrollers. Dit jaar waren er inderdaad heel veel van deze nachtvlinders te zien. Groene eikenbladrollers vlinders worden maximaal twee centimeter groot. Ze hebben heldergroene voorvleugels en grijze achtervleugels. Je komt ze vooral tegen in de maanden juni en juli. In die periode leggen de vrouwtjes eitjes op eikentwijgen en overwinteren ze daar. De rupsen komen na de winter - in april - uit die eitjes en boren zich dan in een opengaande bladknop. Na het uitlopen van de bomen (ofwel als de bladeren zich ontwikkelen) vreten de groene eikenbladrollers de bladeren op. Dit doen ze niet zomaar. Ze beschermen zichzelf door zo’n blad in te spinnen of ze maken er slordige bladrollen van.

Een koninginnenpage (foto: Julia Lozar).
Een koninginnenpage (foto: Julia Lozar).

Koninginnenpage gespot in Etten-Leur
Julia Lozar stuurde mij een foto van een werkelijk prachtige dagvlinder. Verwonderd had ze naar die vlinder zitten kijken, maar pas een dag later wist ze pas wat het ze gezien had: een koninginnenpage. Dit klopt helemaal het is een koninginnenpage. Deze vlinders komen de laatste jaren meer voor dan voorheen. Onder meer door het inzaaien en laten staan van bermen met wilde planten waaronder wilde peen. Rupsen van deze prachtige dagvlinder kom je dan ook tegen op wilde peen, maar ook op diverse andere schermbloemigen zoals bevernel, engelwortel, dille, pastinaak en venkel . Ook de gecultiveerde peen vormt een zogenoemde waardplant voor deze rupsen. De volwassen dagvlinder, ook wel imago genoemd, heeft een spanwijdte van maximaal 75 millimeter. Daarmee is dit de grootste dagvlinder in Nederland. Volwassen koninginnenpages gaan niet echt meer op zoek naar voedsel. Ze leven ook maar enkele weken. Zij zoeken vooral naar partners om te paren. Na de paring zetten de vrouwtjes maximaal vijfhonderd eitjes af op verschillende planten van de schermbloemenfamilie.

Wachten op privacy instellingen...

Gedrag en Wetenschap; De oriëntatie van een bijenwolf - TeleacNOT
De bijenwolf dankt deze naam aan het feit dat dit insect bijen vangt. De mannetjes zijn onschuldige bloembezoekers, die dol zijn op guldenroede. Het grotere vrouwtje echter is in staat met haar gevoelige reukzintuigen een bij van andere insecten te onderscheiden. Als ze een bij heeft gevonden, blijft ze boven die bij hangen tot het juiste moment daar is om aan te vallen. Dan stort de wesp zich op de bij, en met haar poten grijpt ze de bij dan vast. Meteen geeft de wesp de bij een verlammende steek en perst het gif door het lichaam van de bij, waarbij de eventuele nectar ook uit de monddelen van de bij komt. Die drinkt de wesp dan op. Vervolgens legt de wesp een aantal van deze verlamde bijen in haar nest en legt ze op een ervan een eitje. Het nest van de bijenwolf bestaat uit een gang waaraan een aantal kamers liggen, voor iedere larve een. Wanneer het eitje uitkomt, eet de larve de bijen een voor een op. Omdat deze niet zijn gedood maar zijn verlamd, zijn ze nog vers en worden ze levend gegeten. In dit filmpje wordt behandeld hoe zo’n bijenwolfvrouwtje haar nest weer terugvindt.

Een roze sprinkhaan (foto: Tom Willemsen).
Een roze sprinkhaan (foto: Tom Willemsen).

Roze sprinkhaan op de voordeur in Sint-Michielsgestel
Tom Willemsen trof vorige week zondag bij de voordeur van zijn huis in Sint-Michielsgestel een bijzondere sprinkhaan aan: een roze sprinkhaan. Dit is geen aparte soort, maar wel een heel speciale soort die in het algemeen niet zo gemakkelijk te vinden is in onze provincie. Het blijkt dat ze wel regelmatig voorkomen in meer kalkrijke gebieden, zoals Limburg. De roze verkleuring is een heel zeldzame verschijning en wordt ook wel erythrisme genoemd. Dit is te vergelijken met albinisme bij mensen. Het kan dus een genetische afwijking zijn, maar het kan ook veroorzaakt worden door het eten van rood voedsel. Uiteindelijk is het dus een pigmentverstoring waarbij het groene pigment ontbreekt of er wordt zoveel roze pigment aangemaakt dat de sprinkhaan niet meer groen is.

De pop van een lieveheersbeestje (foto: Laura).
De pop van een lieveheersbeestje (foto: Laura).

Op een stadse schutting zit iets vreemds, wat is het?
Laura woont in de stad en daar kwam ze op haar schutting een vreemd oranjegeelachtig 'ding' tegen. Ze vroeg zich af wat dit is. Op haar schutting hangt de pop van een lieveheersbeestje. Uit de eitjes van lieveheersbeestjes komen larven die op afstand op kleine rupsjes lijken of prehistorische kleine draken. Ze hebben zes kleine looppootjes aan de voorkant en verder niets. De meeste larven van lieveheersbeestjes zijn over het algemeen voorzien van een stekelachtige behaarde huid waarop felle gele en rode kleuren zitten.

De larve en pop van een lieveheersbeestje (foto: Mariët van de Wiel).
De larve en pop van een lieveheersbeestje (foto: Mariët van de Wiel).

Nadat de larven zich volgepropt hebben met vooral luizen gaan ze verpoppen. De pop van een lieveheersbeestje lijkt wat op een druppel. Die is meer bruin van kleur en heeft vaak ook stippen. Uit de pop komen dan lieveheersbeestjes, die geen stippen hebben, maar die stippen verschijnen daarna spoedig.

Een goudwesp spec (foto: Camiel Wouters).
Een goudwesp spec (foto: Camiel Wouters).

Een goudwesp
Camiel Wouters legde het vrouwtje van de goudwesp spec. op de gevoelige plaat vast. Je ziet heel goed de metaalachtige kleuren groen en blauw en het bruinrood op het achterlijf van dit insect. Daaruit kun je opmaken dat je te maken hebt met een goudwesp. Goudwespen behoren net zoals wespen tot de orde van de vliesvleugeligen. We kennen in Nederland 57 soorten goudwespen, vandaar het woordje spec. erachter. Al deze mooi gekleurde goudwespen zijn parasieten, maar ze werken niet allemaal op dezelfde manier. Goudwespen zijn broedparasieten of sluipwespen. Wat is het verschil? Broedparasieten leggen een larve bij bijvoorbeeld een zandbijlarve. Die larve doodt dan de zandbijlarve (gastheerlarve) en eet daarna de neergelegde voedselvoorraad op. Goudwespen die sluipwesp zijn, vallen larven of poppen van diverse soorten aan en leggen daarin hun eitjes. Uit die eitjes komen dan de larven die zich vervolgens tegoed doen aan de geïnjecteerde larve of pop.

Het  mannetje van de grote bonte specht, op weg naar het voeren van jonge grote bonte spechten (foto: Patricia Smulders).
Het mannetje van de grote bonte specht, op weg naar het voeren van jonge grote bonte spechten (foto: Patricia Smulders).

Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer eentje van Patricia Smulders. Zij fotografeerde het mannetje van de grote bonte specht, die op weg is naar het voeren van jonge grote bonte spechten.

Natuurtip
Een tip voor wandelaars: ga eens naar de Baronie van Breda. Charles Aerssens schreef er een boek over.

De ware wandelliefhebber geeft de voorkeur aan het lopen over gras, half- tot onverhard. In het westen van het land waren de mogelijkheden daarvoor tot voor kort schaars. Maar juist de afgelopen jaren zijn er veel 'zachte' voetpaden bijgekomen, dankzij de medewerking van boeren, waterschappen en gemeenten. Sinds 2021 is het overgrote deel van de provincies bedekt met een fijnmazig netwerk van uniform bewegwijzerde wandelroutes. De wandelaar kan zo zijn eigen route uitzoeken aan de hand van allerlei criteria: lang-kort, met of zonder hond, bossig of open, verhard of onverhard, thematisch of niet-thematisch. Maar waar te beginnen als wandelaar? Waar is het nu 'echt genieten', wat zijn de mooiste rondwandelingen? De auteurs, routemakers en ontwerpers van diverse wandelnetwerken, weten dat als geen ander. Daarom hebben ze het initiatief genomen om een nieuwe serie gidsen te starten. Op basis van eigen ervaringen hebben ze de leukste wandelrondjes en lijnwandelingen geselecteerd.

Het resultaat is gebundeld in gidsjes per regio met steeds vijftien wandelpareltjes van tussen de vijf en vijftien kilometer, waarvan minstens vijftig procent uit half- of onverharde paden bestaat. De routes zijn zo beschreven, in kaart en beeld gebracht dat de lezer er zin in krijgt, dat hij ook te voet de polder in wil. De liefde voor het wandelen spat er vanaf. Een grote inspiratiebron vormde de gidsenserie 'Lopen over gras' van Jouke van der Meij en Kees ten Holt uit de jaren 1980. Zakgidsjes met liefde gemaakt naar Engels voorbeeld: met getekende kaartjes en sfeervolle schetsjes van landschappen. Er is voor een compact formaat gekozen. Groot verschil met vroeger is het gebruik van kleuren en van topografische kaartjes. Voor de kleurstelling en de plaatsnamen op die kaartjes is gekeken naar stafkaarten van rond 1900 - in retrostijl dus. Naast eigen foto's hebben de auteurs historische plaatjes en kaartjes opgenomen. Ook dat is een verschil, evenals het ontbreken van routebeschrijvingen: ze geven alleen de nummers van de te volgen knooppunten en de kleuren van de richtingpijlen.

Een andere tip is om podwalk 2. Dit is een mooie route die Kristian en ik liepen door natuurgebied Huis ter Heide.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!