Enrico moet rennen voor zijn leven als voetbalfans het veld op komen
Enrico groeide op in Almere en speelde bij de kersverse Eredivisieclub Almere City FC. Daarna voetbalde hij 2,5 jaar in de jeugdopleiding van Ajax. Bij Vitesse kreeg hij de kans in de selectie, al bleef een definitieve doorbraak uit. Hij werd een half jaar verhuurd aan FC Eindhoven, maar toen hij terugkeerde in Arnhem, koos hij voor een transfer naar het tweede niveau in Spanje.
"Ik had het beste gevoel bij El Salvador."
“Bij FC Cartagena heb ik een jaar gespeeld en stond ik nog een seizoen onder contract, maar er was weinig uitzicht op speeltijd. Het is een ambitieuze club die grote spelers haalt. Ik heb er wel veel van geleerd, want op de training lag het niveau hoog. Toch ging ik op zoek naar een club waar voor mij meer kansen liggen op speelminuten en dat werd TOP Oss. Hier ben ik goed opgevangen, ik voel vertrouwen.”
Dat hij international van El Salvador is, heeft hij te danken aan een scout die hem een bericht stuurde via Facebook. “Ik werd eerst uitgenodigd voor een toernooi met de Onder 23. Daarna werd ik opgeroepen voor de nationale ploeg. In de tussentijd benaderde ook Finland me, want mijn moeder heeft Finse roots. Toch had ik het beste gevoel bij El Salvador. Overigens had ik ook voor Curaçao kunnen spelen, want mijn opa aan mijn moeders kant komt daar vandaan.”
"Als je scoort, ben je een Messi."
De voormalig jeugdinternational van Oranje Onder 16 geniet van de bijzondere sfeer in Midden-Amerika. “Ik heb met Vitesse in de Kuip en de Johan Cruijff ArenA gestaan, maar in El Salvador zijn de supporters veel emotioneler. Als je scoort, ben je een Messi, maar als je verliest, zijn ze woedend. Tegen landen als Mexico en Amerika zijn er ruim 30.000 toeschouwers die helemaal losgaan.”
Enrico is in El Salvador erg populair, mede door zijn winnende goal in de interland tegen Panama. Op Instagram wordt hij gevolgd door ruim 51.000 mensen. “En dat terwijl ik vrijwel niets met social media doe."
"El Salvador is echt niet veel minder dan Mexico of Amerika."
De aanvallende middenvelder vertelt met trots over het land dat hij als voetballer vertegenwoordigt. “De supporters zijn voetbalgek, maar vergis je ook niet in ons niveau. We zijn echt niet veel minder dan Mexico of Amerika. Ik moet wel zeggen dat het soms zwaar is. Voor een thuiswedstrijd ben ik minimaal 17 uur aan het reizen. Dat voel je wel. En tel daar met uitwedstrijden maar flink wat uur bij. Dat is het me allemaal waard, want het is te gek om mee te maken.”