Pootjes van vogels bevriezen niet in de winter, Frans vertelt hoe dat kan

28 januari om 10:13 • Aangepast 9 februari om 02:04
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via [email protected]. Dit keer in Stuifmail, een zwam die naar een ziekenhuis ruikt, pootjes van vogels bevriezen niet, een leeg omhulsel en een zakjesdrager
Profielfoto van Frans KapteijnsProfielfoto van Rik Claessen
Geschreven door

Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister deze hier:

Wachten op privacy instellingen...

Nog een keer over de vogel van Marjolein Deryckere
Iemand meldt mij het volgende: "Wat betreft de 'onbekende' vogel. Ik denk dat het geen sneeuwgors is in winterkleed. Volgens mij is het een ontsnapte vrouwelijke bastaard putter. De vogel op de foto heeft wat geel in haar vleugel, dat heeft een sneeuwgors niet."

Ook Carel Sanden denkt dat het geen sneeuwgors is: "Als je de foto goed uitvergroot zie je een gele waas op de vleugelveren en een rode waas op de kop. Deze en de vleugeltekening brengt mij richting een hybride putter of een kleurafwijking van een putter. Een foto met de kop erop zou makkelijker zijn."

Het is geen vrouwtje vink, geen sneeuwgors, maar vermoedelijk een hybride (gekruiste) puttersoort, foto Marjolein Deryckere
Het is geen vrouwtje vink, geen sneeuwgors, maar vermoedelijk een hybride (gekruiste) puttersoort, foto Marjolein Deryckere

Mannetjesmerel met een zwarte snavel, kan dat?
Roelie Albers ziet al jaren een mannetjes merel met een zwarte snavel in haar tuin. Nu vraagt zij zich af of dat snaveltje een teken van ouderdom is of een teken van inteelt. Volgens Roelie hebben merelmannetjes een geeloranje snavel.

Dat laatste klopt, maar bij de geboorte krijgen jonge merelmannen een zwarte snavel en lijken ze meer op vrouwtjesmerels. Later in de herfst krijgen de mannen eerst een zwart verenpak en als ze nog wat ouder zijn, zo in de winter, dan verkleuren hun snavels van zwart naar geel. Oudere merelmannen krijgen in principe een langere snavel en de geeloranje kleur wordt een rode kleur, niet zwart.

De ouderdom van merels is trouwens ook maar beperkt, want gemiddeld worden merels maar twee tot drie jaar oud. Daarnaast broeden merels niet altijd op dezelfde locatie, maar zwerven ze rond in het gebied. De vraag is dus of er steeds nieuwe jonge merels te zien zijn in de tuin van Roelie of dat het daadwerkelijk een oude man merel is met een zwarte snavel.

Leeg en hard omhulsel gevonden op een tegelpad
Angele van Eekeren kwam op haar tegelpad een hard omhulsel tegen. Ze stuurde mij daar een foto van met de vraag wat het is. Als extra informatie schreef ze in haar bericht dat ze een vijver heeft. Zelfs zonder de extra informatie zag ik meteen dat het ging om een leeg omhulsel van een watersalamander. Watersalamanders vervellen onder andere als ze in het najaar opzoek gaan naar een overwinteringsplek.

Hoe gaat dan zo’n vervellingsproces? In principe scheurt bij watersalamanders de huid bij de kop open en wordt die huid aan één stuk afgestroopt. Dat is het omhulsel dat op het tegelpad lag. Watersalamanders vervellen ook in het voorjaar, wanneer ze vanuit hun overwinteringsplek op het land weer op zoek gaan naar water. Hoe gaat dan zo’n vervellingsproces? In principe scheurt bij watersalamanders de huid bij de kop open en wordt die huid aan één stuk afgestroopt.

Waarom bevriezen in de winter de pootjes van vogels niet?
Monique Spooren stuurde een foto van een mannetjeskoolmees op zo’n tak. Ze vraagt zich af hoe het toch komt dat de pootjes van vogels niet bevriezen terwijl ze gewoon op bevroren of besneeuwde takken zitten.

De pootjes van vogels bevriezen niet omdat ze antivries bij zich hebben. De pootjes zijn namelijk bedekt met een laagje schubben. In die schubben zit het stofje keratine. Dat is hetzelfde stofje dat bij ons in haren en vingernagels zit. Dat keratine is in feite een heel stug eiwit dat niet kan bevriezen. En voilà: de vogelpootjes worden niet warm of koud van zo'n bevroren tak.

Onbekend beestje vliegt door de kamer, wat is het?
Bij Marlies Leentvaar vloog een beestje door de kamer dat ze nog nooit gezien had. Gelukkig kon ze er een foto van maken en naar mij toe sturen. Volgens mij vloog er een roodbruine heiderouwzwever door haar kamer. Deze prachtige vliegensoort hoort thuis in de familie van de wolzwevers. Wolzwevers hebben meestal een harige lichaam en zijn vaak bruin, rood of geel gekleurd. Het voedsel van deze insecten is nectar, die ze al zwevend met hun lange snuit opzuigen.

Daarnaast zijn alle wolzwevers broedparasieten. Zo dus ook de roodbruine heiderouwzwevers. Ze zijn vooral te vinden op zandgronden en al helemaal op heidegebieden. Vrouwtjes van deze wolzwevers schieten hun eitjes in de nestgangen van sluipwespen. In die gangen komen de met zand gecamoufleerde eieren uit en de larven storten zich eerst op het door de sluipwespen verzamelde voedsel. Vervolgens eten ze de larven van de sluipwespen op. Hier een mooi filmpje van Roy Kleukers van hoe een familielid van de heiderouwzwever, de gewone wolzwever, eieren legt in nestgangen van een kolonie zandbijen.

Welk beestje kruipt er over mijn muur in de huiskamer?
Op de foto van Ria de Vries zie je duidelijk een wants. In de winterperiode kom je vaak bladpootwantsen, ook wel bladpootrandwantsen genoemd, in huizen tegen. Maar dat beestje is géén bladpootwants. Bladpootwantsen hebben namelijk een verdikking bij de achterpoten en de wants op Ria's foto heeft dat niet.

We hebben hier te maken met een soort die er wel op lijkt. Dit is namelijk de grauwe veldwants ofwel de grauwe schildwants. Grauwe schildwantsen kunnen maximaal zestien millimeter groot worden. Ooit waren deze wantsen in Brabant zeldzaam, maar dat is niet meer zo. Je komt ze meer en meer tegen en ze klimmen tegen alles omhoog, zelfs tegen ramen. Ze zoeken in onze huizen - net zoals de bladpootwantsen en de lieveheersbeestjes - een geschikte plek om te overwinteren. Dit doen ze het liefst op droge en donkere plekken. Maar wees niet bang voor deze huisgasten: ze zijn zeker niet gevaarlijk.

Bunzing – Roger Dolk
Publicatie: 24 januari 2024

"Goedemorgen Frans, ik zag deze voorbij komen op de camera. Is dit een steenmarter? Zij kruipen toch ook onder auto's? Groet, Roger Dolk."
Het is geen steenmarter, maar een bunzing. Als je meer wilt weten over de bunzing, lees dan de Stuifmail van 31 december 2023 .

Wachten op privacy instellingen...

Een zwam of schimmel die naar een ziekenhuis ruikt
Nelly de Beule zag in een parkje in Tilburg een boom staan met heel veel spul erop en ze vroeg zich af wat het was. Op de boom, in dit geval een beuk, zie ik vooral korstvormige vruchtlichamen van een schimmel. Ik denk dat ik weet welke schimmel het is. Deze schimmel, of zwam, heeft een prachtige naam: de ziekenhuisboomzwam of de ziekenhuisboomkorstzwam.

In de laatste benaming staat het woord korst en zo ziet de vorm, korstvorm, er ook wel beetje uit op de foto van Nelly. Deze zwammen kunnen zeer variabel zijn van kleur, namelijk wit, crèmekleurig of grijsachtig. Deze ziekenhuisboomzwam groeit vooral op loofhout en je ziet de zwam dan ook op eik, beuk en berk. Naast dat ze veel voorkomen, kan je ze het hele jaar tegenkomen, dus niet enkel in de herfst.

Helaas heeft Nelly de zwam niet kunnen besnuffelen, want daar zit deze zwam te hoog voor op de boomstam. Had ze dat wel kunnen doen, dan had ze een lysol-achtige geur kunnen ruiken. Deze geur ruikt erg naar ontsmettingsmiddelen die we je ook in ziekenhuizen ruikt. Vandaar de naam.

Beestje op de muur in de woonkamer, wat is het en is het schadelijk?
Patty Profittlich zag op de muur van haar woonkamer een beestje zitten en ze vroeg zich af of het een schadelijk beestje is. Volgens Patty zit het beestje in een omhulsel of cocon. We hebben dus te maken met een zakjesdrager.

De familie zakjesdragers, ook wel zakrupsvlinders genoemd, hebben over de wereld zo'n 800 familieleden. De rupsen van deze zakjesdragers beginnen gelijk te bouwen aan hun cocon als ze uit het ei komen. Zelfs nog voordat ze voedsel gaan zoeken. De cocons bestaan uit spinseldraden en materialen uit de omgeving zoals zand, aarde, korstmossen of ander plantaardig materiaal.

Natuurlijk groeien deze rupsen ook en dan bouwen ze de cocon aan de voorzijde uit. Aan de achterzijde van de cocon verdwijnt de ontlasting en de vervellingshuidjes. De rupsen van de zakjesdragers lopen met hun cocon net zoals de huisjesslakken dat met hun huisjes doen. Dat zie je ook op de foto van Patty. De rupsen verpoppen in hun cocon, maar vooraf bevestigen ze zich aan een boom, wand, muur en sluiten met een deksel de cocon af. Kortom: een totaal onschuldig prachtig wezen.

Wat voor paddenstoelen stonden er in Beekbergen?
Monique Groenland trof in Beekbergen een aantal paddenstoelen aan die ze niet kende. Op de foto zie je een paar geelbruine hoeden op de bodem. Volgens mij groeien ze op een oude stronk en is dit de gewone zwavelkop. Als deze paddenstoelen nog vers zijn, hebben ze een hele mooie zwavelgele hoed met later in het centrum een mooie oranjebruine kleur.

Over het algemeen zijn de hoeden van deze gewone zwavelkoppen eerst kegelvormig en worden ze later boller en platter. Het zijn echte saprofyten en dus leven ze op dood hout. Je komt ze het meest tegenkomen in gemengd bos. Daar groeien ze aan de voet van loof- of naaldbomen. Natuurlijk kun je ze ook in tuinen of plantsoenen vinden als daar dode bomen of oude stompen staan.

Rubriek mooie foto’s
Ongelofelijk maar waar: op de foto een smelleken bij Bergsediepsluis (Schakelopolder). Foto door Marianne Wijten.

Natuurtip
Ga op een historische wandeling door Liempde. In Liempde zijn veel karakteristieke dorpsgezichten bewaard gebleven. Het akkerland dringt nog op veel plaatsen de dorpskern binnen en dat zorgt voor een landelijke sfeer en fraaie doorkijkers. Liempde kent veel rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. Schilderachtige plekjes als het Raadhuisplein en de Kapelstraat zijn met recht een beschermd dorpsgezicht. Een speciaal hiervoor door SPPiLL opgeleide gids wandelt met je door de Liempdse dorpskern en vertelt de meest verrassende verhalen.

De historische wandelingen worden het hele jaar door georganiseerd.

Meer informatie
• Op de website van het bezoekerscentrum D’n Liempdsen Herd

• Adres bezoekerscentrum D’n Liempdsen Herd Barrierweg 4, Liempde

• Openingstijden op dinsdag, zaterdag en zondag geopend van 10.00 uur - 13.00 uur, op woensdag van 8.30 uur - 12.00 uur

• Kosten: vijf euro per persoon

• Duurt 2,5 uur

• Groepsgrootte minimum 10 maximaal 15

• Boeken kan ook via [email protected]

• Indien gewenst kan er (tegen betaling) koffie, thee en/of soep geserveerd worden

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!